Onkostenaffaire nekt Amsterdamse CDA’er
De rel over de bestedingen van de fracties van de Amsterdamse politieke partijen heeft opnieuw een slachtoffer gemaakt. Het bestuur van de hoofdstedelijke afdeling van het CDA heeft maandag het vertrouwen opgezegd in fractievoorzitter L. Spee.
Onlangs gaven de christen-democraten toe dat de partij in 2004 duizenden euro’s extra heeft betaald aan de fractievoorzitter.
De bekentenis kwam rijkelijk laat, aangezien de fouten van andere partijen al veel eerder aan het licht waren gekomen. De partij verraste de gemeenteraad pas tijdens het pijnlijke debat over de fractiebestedingen met het nieuws dat het CDA vorig jaar in totaal 10.000 euro boven op de gebruikelijke onkostenvergoeding betaalde aan Spee en haar voorganger Res, waardoor zij maandelijks ongeveer 1000 euro extra kregen.
Nu blijkt dat dit bedrag nog hoger ligt, namelijk op 1250 euro per maand. Hoewel dat geld inmiddels is teruggestort, lag de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken in de fractie volledig bij Spee en had zij een betere regie moeten voeren, meent het bestuur. Ook voor de andere fractieleden heeft de onkostenaffaire gevolgen. Zij krijgen een negatief advies voor de kieslijst bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen.
De fractievoorzitter was wegens vakantie niet bereikbaar voor commentaar. Het bestuur kwam tot zijn conclusie na een onafhankelijk onderzoek dat de partij liet uitvoeren naar aanleiding van de bevindingen van de gemeentelijke accountantsdienst ACAM, die de hele affaire aan het licht bracht. Het bestuur spreekt van een „collectief falen” van de partij. Desondanks is het ervan overtuigd dat er geen sprake is van opzet of kwade wil, hoewel de fractie wel naïef en onprofessioneel heeft gehandeld, aldus voorzitter M. de Jong.
De onkostenkwestie kostte VVD-wethouder Huffnagel ook al de kop. Hij gaf echter direct na het verschijnen van het ACAM-rapport zijn fouten toe. Hij had verzuimd een bedrag van bijna 20.000 euro aan te geven bij de Belastingdienst.