Rechtse Uribe president van Colombia
De rechtse politicus Alvaro Uribe heeft de zondag gehouden presidentsverkiezingen in Colombia met overmacht gewonnen.
Uribe’s naaste rivaal, de liberaal Horacio Serpa, erkende de overwinning toen na telling van 98 procent van de stemmen bleek dat Uribe 52,8 procent had gekregen en hijzelf 31,8 procent. Door dat resultaat is een tweede stemronde volgende maand overbodig. Uribe heeft aangekondigd hardhandig een eind te willen maken aan de guerrilla, die het Zuid-Amerikaanse land al 38 jaar teistert.
„Vanaf dit moment beginnen we onze plannen om te zetten in democratische zekerheid voor allen”, zei de 49-jarige Uribe in een somber getoonzette overwinningsrede, waarin hij de moord op zijn vader in herinnering bracht. Uribe senior werd in 1983 vermoord door rebellen.
De kiezers hebben duidelijk gekozen voor een harde lijn tegen de linkse guerrillabeweging. De partijloze Uribe wil de strijdkrachten verdubbelen en wil meer militaire steun van de Verenigde Staten om voor eens en voor al met de rebellen af te rekenen.
De meeste Colombianen zijn de 38 jaar durende oorlog in hun land zat, maar lijken tijdelijk meer strijd voor lief te willen nemen om er definitief een einde aan te maken. Uribe wil onder meer een miljoen burgers werven om op te treden als de oren en ogen van de strijdkrachten. Tegenstanders hebben hem in verband gebracht met een verboden rechtse paramilitaire organisatie, die honderden vermeende helpers van de rebellen heeft afgeslacht. Uribe zegt zelfs niet met die organisatie te sympathiseren en heeft beloofd alle gewapende groepen te zullen bestrijden.
De Colombiaanse en de Amerikaanse regering zeggen dat de rebellen hun idealistische motieven al lang geleden hebben laten varen en terroristen zijn die hun activiteiten financieren met drugshandel, ontvoering en afpersing.
De oorlog in Colombia eist zo’n 3.500 levens per jaar. De slachtoffers zijn voor het merendeel burgers. Met hun keus voor een hardere aanpak van de guerrillabeweging stappen de Colombianen af van de verzoeningspolitiek van president Andres Pastrana, die volgens de grondwet niet herkiesbaar was. Zij verwijten de rebellen de door Pastrana aangereikte olijftak niet met beide handen te hebben gegrepen. Pastrana liet de guerrillabeweging FARC in een gebied ter grootte van Zwitserland ongemoeid terwijl hij onderhandelingen probeerde te voeren, maar volgens de Colombiaanse strijdkrachten heeft de FARC daarvan misbruik gemaakt om zich te versterken.
Toch zei Pastrana dat de Colombianen het geweld moeten beantwoorden met het „wapen van democratie.” „Wij moeten de geweldplegers vertellen dat het door stemmen en niet door kogels is dat zij hun doelen kunnen verwezenlijken”, zei hij.
De door strenge veiligheidsmaatregelen omgeven verkiezingen zijn over het algemeen ordelijk verlopen, ofschoon op sommige plaatsen linkse rebellen hebben geprobeerd de verkiezingen te verstoren. Bij een bomaanslag op het verkiezingscentrum in de noordelijke stad San Luis kwam een vrouw om het leven. Op zeker vier wegen tussen provinciehoofdsteden lieten rebellen autobommen ontploffen. In zes afgelegen districten in het zuiden moest het stemmen worden opgeschort doordat guerrillastrijders verkiezingsmateriaal hadden vernield. Bij schermutselingen tussen rebellen en het leger kwamen twee guerrillastrijders om het leven en raakten twee militairen gewond.
In het centrum van Bogota hielden scherpschutters van de politie een oogje in het zeil, terwijl andere agenten wegversperringen bemanden en voetgangers fouilleerden. In de bergen buiten de hoofdstad patrouilleerden militairen met tanks.