Lpg lijdt onder „onterechte vooroordelen”
Benzine, ruim 1,40 euro per liter. Diesel, dik 1 euro. Lpg, 45 cent. Het enorme tankvoordeel haalt steeds meer Nederlanders ertoe over een gasinstallatie in te laten bouwen: in het tweede kwartaal waren dat er al 40 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Slim? Of schuilt er een addertje onder het gas?
Bij E & A Autogastechniek in Barendrecht is duidelijk merkbaar dat autogas weer in de belangstelling staat. In twintig minuten tijd gaat de telefoon zeker vier keer. Eigenaar A. Kattestaart: „Sinds een maand of drie word ik platgebeld. Mensen lijken door de hoge benzineprijzen en de berichtgeving wakker geschud. Ze bellen massaal met vragen over inbouwmogelijkheden.”
In principe is in elke benzineauto een gasinstallatie in te bouwen, stelt Kattestaart. „Er zijn alleen een paar fabrikanten die dan hun garantie laten vervallen. Toyota bijvoorbeeld. Maar het kán wel.” Ook in diesels is een dergelijk systeem in te bouwen, maar dat is volgens de Barendrechter voor personenauto’s niet echt rendabel.
Dat lpg nog steeds een bedenkelijk imago heeft, ligt volgens Kattestaart met name aan de dealerbedrijven die de brandstof niet promoten. „Ze hebben er geen verstand van en moeten het inbouwen uitbesteden. Dat is natuurlijk hun eer te na en dus zeggen ze: Gas is om op te koken.”
Kattestaarts branchevereniging, de Vereniging voor Vloeibaar Gas (VVG), is blij dat de brandstof na een „dip van een aantal jaren” eindelijk weer in de belangstelling staat. „Terecht”, vindt woordvoerder Hans Verhoeven. „De twee grote voordelen van lpg zijn kostenbesparing en milieuwinst. Om met het eerste te beginnen, bij de huidige benzineprijzen is het al vanaf 10.000 kilometer per jaar voordelig om op autogas te rijden. Voor dieselaars is dat volgens hem altijd goedkoper.”
Bij de berekening is met alle kostenaspecten rekening gehouden, verzekert de VVG-woordvoerder. „Allereerst met het hogere verbruik van een lpg-auto ten opzichte van een benzinewagen, zo’n 10 tot 15 procent meer. Verder met de hogere wegenbelasting voor een voertuig op gas. Dankzij een overheidssubsidie op moderne gasinstallaties is die taks slechts 10 tot 20 euro hoger. En natuurlijk is ook de prijs voor de aanschaf en de inbouw van een gassysteem, tegenwoordig vanaf 1895 euro, in de berekening meegenomen.”
Minstens zo belangrijk als de kostenbesparing is de milieuwinst die een lpg-auto oplevert. Verhoeven: „Hij stoot minder stikstofoxiden en roet uit dan diesels en minder koolstofdioxide dan een benzinewagen. Dat is de belangrijkste reden waarom het ministerie van VROM onlangs heeft besloten autogas fiscaal te blijven stimuleren. Tenminste, auto’s die voldoen aan de laatste EU-normen, met een moderne gasinstallatie.”
De argumenten lijken de laatste maanden eindelijk bij de doelgroep aan te slaan. Steeds meer automobilisten stappen op autogas over. Uit cijfers van de Rijksdienst Wegverkeer blijkt dat er in de eerste helft van dit jaar 16 procent meer gasinstallaties zijn ingebouwd dan in de eerste helft van 2004. Over het tweede kwartaal gemeten is de toename zelfs 40 procent.
Dat het zo lang heeft geduurd voordat de consument ’om’ ging, wijt Verhoeven aan „onterechte vooroordelen” over lpg. „Zo denken mensen nog altijd dat een gasinstallatie ten koste gaat van kofferbakruimte. Onzin! Moderne systemen bevinden zich meestal op de plaats van het reservewiel. Voor pechgevallen krijgt de automobilist een reparatiekit mee. Een andere fabel is dat de motor minder lang meegaat. Helemaal niet waar, hij gaat zelfs langer mee, omdat de verbranding veel schoner is.” Ook speelt mee dat de branche misschien niet voldoende reclame voor het product autogas heeft gemaakt, geeft Verhoeven aan.
Voor Rotterdammer Lloyd van der Toorn is meer reclame helemaal niet nodig: hij rijdt al negen jaar „zonder problemen” in een Saab 9000 met gasinstallatie. Donderdag stond hij voor het eerst met een mankementje bij de garage, bij E & A Autogastechniek in Barendrecht. Echt ernstig was het euvel niet. „De toevoerslang is een beetje poreus.”
Van der Toorn is vol lof over lpg. „Het is schoon en goedkoop, wat wil je nog meer?” Dat de 80-litertank een deel van zijn kofferbak in beslag neemt, vindt de Rotterdammer niet erg. „Met zo’n grote wagen blijft er nog genoeg ruimte over voor vijf koffers.”
Over het gevaar van de aanwezigheid van een gasfles in een auto zit Van der Toorn niet in. „Weet je hoe dik die tank is? Knappe jongen als je die kapot krijgt. Het dunne blik rond een benzinetank lijkt me een stuk kwetsbaarder.”
De voorzieningen over de grens vormen het enige punt waarover de Rotterdammer licht negatief is. „Je wordt helemaal tureluurs van alle verschillende nippels die je in Belgenland nodig hebt om te kunnen tanken.”
Ondertussen heeft Kattestaart een nieuwe toevoerslang gemonteerd. „Dat is dan 65 euro”, rekent hij voor. „Prima, tot over negen jaar”, groet Van der Toorn.