Volgens de aanklager leidde de Harlinger een criminele organisatie die eind 2000 aanslagen pleegde om aandacht te vragen voor de Molukse kwestie.

De rechtbank sprak Reawaruw vorig jaar vrij. De rechters vonden niet bewezen dat er sprake was van een organisatie met voldoende structuur en duurzaamheid. Ook had het openbaar ministerie in de ogen van de rechters onvoldoende bewijs dat Reawaruw bewust samenwerkte met twee andere Molukkers.

Deze twee, L. T. en A. S., hebben bekend dat ze met brandbommen aanslagen pleegden op onder meer een trein bij Elst, het gemeentehuis van Elst en een politiepost in Lunteren. Reawaruw eiste enkele aanslagen op namens de organisatie Maluku Warchild.

Wiarda liet vrijdag de beschuldiging vallen dat Reawaruw direct betrokken was bij de aanslagen. Wel vindt hij dat de Harlinger gezien kan worden als de leider van de criminele organisatie die deze aanslagen pleegde.

Tegen S., die zijn rol heeft bekend, eiste de advocaat-generaal vrijdag zes jaar cel, conform het vonnis van de rechtbank. Tegen L. T. eiste de aanklager een gevangenisstraf van vier jaar.

Volgens Wiarda had Reawaruw als leider overzicht over de acties. Zo kondigde hij in september 2000 al aan dat er in december harde acties zouden komen. Bovendien legde T. tegenover de politie een belastende verklaring af over de rol van hem als leider. In een gedetailleerde verklaring verhaalde hij over de opdrachten die Reawaruw onder meer via sms’jes doorgaf. En tegen S. zei hij dat Reawaruw een aanslag nodig had om zo de druk op te voeren. Maar T. herriep zijn verklaring voor het hof. Hij zei dat hij deze belastende verklaringen had afgelegd onder druk van de politie. „Vanaf het begin van mijn aanhouding was de politie gefixeerd op de rol van Reawaruw. Maar S. en ik hebben op eigen initiatief gehandeld”, aldus T.

Het hof doet uitspraak op 7 juni.