Levenslang geëist voor drie moorden
Officier van justitie M. Mol heeft vrijdag voor de rechtbank in Dordrecht levenslang geëist tegen twee Schiedammers die verdacht worden van de moord of het medeplegen van moord op drie inwoners van Dordrecht. Tegen een derde verdachte eiste de aanklager twintig jaar cel en TBS.
De drie mannen worden door het openbaar ministerie verantwoordelijk gehouden voor de moord vorig jaar november op een 39-jarige vrouw uit de Giessenstraat in Dordrecht, haar 16-jarige dochter en een evenoud vriendje. Het proces wordt uit veiligheidsoverwegingen gehouden in de extra beveiligde rechtbank in Rotterdam.
De slachtoffers werden geboeid en hun monden werden met tape afgeplakt. Ze kregen een krant over het hoofd voordat ze met een schot door het hoofd werden gedood. Een 35-jarige man die ook in de woning was, wist te vluchten. Ook de 11-jarige dochter ontsprong de dans.
De brute drievoudige moord is volgens het OM gepleegd door drie Schiedammers. Tegen de 29-jarige E. Z. en de 34-jarige U. U. eiste de officier van justitie de maximale straf: levenslang. De jongste verdachte, de 20-jarige R. M., krijgt als het aan justitie ligt twintig jaar cel en TBS.
Het motief voor het gruwelijke misdrijf is volgens Mol roof. De drie verdachten dachten in de woning veel geld aan te treffen. De 35-jarige man die het huis ontvluchtte, deed dat volgens justitie „in doodsangst”, nadat er was geschoten. Ook hij was geboeid en kreeg tape voor de mond, maar wist zich te bevrijden. De drie verdachten wordt dan ook tevens diefstal met geweld ten laste gelegd. Behalve het geld zijn sieraden en een laptop gestolen.
Volgens Mol bestond de buit uit ruim 15.000 gulden. Behalve de 700 gulden die de 35-jarige bij zich had, werd uit de slaapkamer ruim 14.000 gulden ontvreemd. De 39-jarige bewoonster zou dat geld hebben gespaard voor de op handen zijnde verhuizing van het gezin. De verdachten kenden de 35-jarige man uit de computerwereld. De destijds 19-jarige R. M. sprak daags tevoren met de man af dat hij zou langskomen.
„Er was een vete tussen U. en de man in Dordrecht die erin ontaardde dat er verhaal werd gehaald. De man had kennelijk veel zwart geld en juist omdat het zwart geld was, zou hij waarschijnlijk geen aangifte doen. Tijdens de beroving bleken er meer mensen in de woning te zijn. Twee verdachten vertrokken, één bleef en die loste de schoten. Ik zie weinig wettelijk bewijs dat de zaak zo zou aflopen als ’t gelopen is. Het was niet nadrukkelijk de bedoeling om mensen te gaan doodschieten”, bepleit de raadsman van R. M. J. L. Le Cocq d’Armanville.
De verdachten schoven vrijdag elkaar de schuld in de schoenen en zeiden allen dat ze de woning aan de Giessenstraat hadden verlaten voordat de fatale schoten werden gelost. U. verklaarde onschuldig te zijn. Officier van justitie Mol ziet U. echter als de hoofdverdachte, de initiatiefnemer en degene die de dodelijke schoten loste. Dat bewijst volgens haar onder meer de voetafdruk in bloed die op het bed in de ouderlijke slaapkamer is aangetroffen. Het bloed onder de schoen die U. als de zijne heeft aangewezen, was afkomstig van de in de gang neergeschoten dochter.
De jongste verdachte, R. M., verklaarde na afloop „dat het niet de bedoeling was dat er drie doden zouden vallen.” E. Z. sloot zich daarbij aan en betuigde zijn spijt tegenover de nabestaanden. Ook erkende hij de diefstal met geweld en gaf hij aan de schadeclaim van de familieleden te willen betalen.
Uitspraak 7 juni.