Het museum opent volgende week zaterdag een nieuwe expositie, ”Bijbel en koran”. Deze tentoonstelling, die loopt van 1 juni tot 3 november 2002, gaat in op de overeenkomsten en verschillen tussen de Bijbel en de koran.

De burgemeester van Nijmegen, mevrouw dr. G. ter Horst, verricht de openingshandeling. Deze wordt gemarkeerd door een ”islamitisch festival”. De karavaanserai en het Arabische vissersdorp Tell Arab zullen op die dag in het teken staan van de viering van het geboortefeest van profeet Mohammed. Ingrediënten van het festival zijn onder meer Arabische muziek, koranrecitatie en Zikr-meditatie.

Hiermee lijkt het museumbestuur de ingezette lijn -„aansluiting bij de multiculturele samenleving”- voort te zetten. In maart had bisschop Hurkmans het bestuur om die reden ontslagen. Volgens de bisschop past dit spoor niet bij de statutaire doelstelling van het museum. Hij wil „Jezus Christus weer centraal stellen.” Later schortte Hurkmans het ontslag voor onbepaalde tijd op. Sindsdien geldt mediastilte.

Het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) meldde vrijdagmiddag dat het Bijbels Openluchtmuseum inmiddels had besloten op de ingeslagen weg door te gaan. „De kritiek is niet terecht. We zien geen aanleiding ons beleid aan te passen. Het is ook niet helder wat de bisschop wil. De bal ligt bij hem”, zou een woordvoerster van het museum tegenover het ANP hebben verklaard.

Later op de middag trok het ANP dit bericht weer in. Volgens de receptioniste van het museum „had het bestuur zich niet in de weergegeven woorden herkend.” Directeur P. M. Gijsbers zou de door zijn woordvoerster verstrekte informatie „onjuist” hebben genoemd. Hij en het bestuur waren vrijdagmiddag niet voor commentaar bereikbaar.

Volgens de receptioniste was de volgende week te openen expositie al vóór 25 maart in gang gezet en mocht die gewoon gehandhaafd blijven. Verder zei zij niets over de kwestie te weten.

De woordvoerder van bisschop Hurkmans, M. Savelsbergh, onthield zich vrijdagmiddag van een reactie. „Het ANP heeft het bericht teruggetrokken. Daarom reageer ik er niet op. Afgesproken is dat we gedurende het beraad niets over de kwestie naar buiten brengen. Wanneer we dat wel zullen doen, kan ik op dit moment niet zeggen.”