„OM confisqueert belang Antonveneta”
Het Italiaanse openbaar ministerie heeft een belang van Banca Popolare Italiana in Banca Antonveneta geconfisqueerd.
Dat heeft het Italiaanse persbureau Ansa maandagavond gemeld. Volgens het Britse persbureau Reuters gaat het om aandelen die afkomstig zijn van acht investeerders met nauwe banden met Popolare Italiana, onder wie de zakenman Stefano Ricucci. In totaal gaat het om ongeveer 40 procent van de uitstaande stukken. De stap van OM betekent een onverwachte wending in de strijd om Antonveneta. De gevolgen van de inbeslagname voor de overnamegevecht zijn niet duidelijk.
De stap van het OM houdt verband met onregelmatigheden bij de handel in aandelen Antonveneta. De Italiaanse beurstoezichthouder Consob stelde in mei vast dat Popolare Italiana, toen nog Popolare di Lodi geheten, had samengespannen met investeerders om een belang van meer dan 30 procent op te bouwen in Antonveneta om concurrent ABN AMRO af te troeven.
De Nederlandse bank maakte maandag bekend zijn bod op Banca Antonveneta niet gestand te doen, nadat daarop slechts een kleine 3 procent van de aandelen was aangemeld. De Nederlandse bank bezit zelf 30 procent en kan dus niet aan zijn eigen voorwaarde voldoen om ten minste 50 procent plus een aandeel te bezitten. Een woordvoerder van ABN AMRO wilde niet reageren op de stap van het Italiaanse OM.
Voordat het nieuws maandagavond bekend werd, gaf ABN AMRO aan nog niet van plan te zijn om zijn belang van 30 procent in Antonveneta meteen aan te bieden aan Banca Popolare Italiana. De bank zei eerst de verdere juridische ontwikkelingen te willen afwachten. Het bod van Banca Popolare Italiana staat open tot 25 augustus. ABN AMRO heeft tot dan de tijd om van zijn exit gebruik te maken. De verwachte boekwinst is 600 miljoen euro.