Gedenkhek treinramp Winsum onthuld
Met de onthulling van een gedenkhek heeft het Groningse dorp Winsum maandagavond na een kwarteeuw eindelijk een tastbare herinnering gekregen aan de grootste Nederlandse treinramp van de afgelopen 25 jaar. Op 25 juli 1980 botsten twee treinen frontaal op elkaar. Negen doden en tientallen gewonden waren het gevolg.
Ruim 300 overlevenden, nabestaanden van slachtoffers en hulpverleners woonden de herdenkingsbijeenkomst bij. In de raadzaal van het gemeentehuis werden de namen van de doden voorgelezen. Daarna reisde de grote groep herdenkenden in bussen naar de bewuste spoorwegovergang.
Voormalig burgemeester H. J. Bruins Slot en burgemeester Y. van Mastrigt onthulden bij de overgang de gedenkplaat, waarop twee treinen staan afgebeeld. De leegte tussen de treinstellen symboliseert de leegte die de overledenen achterlieten bij de nabestaanden. Nogmaals werden alle namen voorgelezen, terwijl familieleden kransen legden. Iedereen liet de tranen de vrije loop.
Lia Dijksterhuis (30) legde samen met haar moeder bloemen ter nagedachtenis van haar vader. Hij was 36 toen hij bij de ramp overleed. Dijksterhuis vindt het goed dat er eindelijk iets gebeurt, maar te laat is het wel. „Niemand heeft de ramp ooit echt verwerkt. We kunnen nu eindelijk beginnen met het afsluiten van deze intens zwarte bladzijde.”
Dat beaamt initiatiefnemer en voormalig loco-burgemeester L. Guikema. „Niemand had nog van nazorg gehoord toentertijd”, bevestigt hij.
De roep om een gedenkplaats werd echter steeds luider, niet alleen binnen de gemeenteraad, maar ook vooral in het dorp zelf. Guikema: „Tegenwoordig wordt alles herdacht, voor elk drama wordt een stille tocht georganiseerd of een monument opgericht. Met dit gedenkhek hebben we na 25 jaar eindelijk het litteken erkend dat deze ramp achterlaat in onze prachtige gemeente.”