„Ontmoeting is wezenlijk onderdeel van GOR”
Maandagavond is de veertiende assemblee van de Gereformeerde Oecumenische Raad (GOR) in Utrecht afgesloten met een gezamenlijke kerkdienst. Dinsdag zijn de laatsten van de ruim 150 vertegenwoordigers uit 39 gereformeerde kerken weer vertrokken naar 25 landen in verschillende werelddelen.
De assemblee heeft veertien dagen geduurd. De volgende zal in 2009 in Zuid-Afrika worden gehouden, waarschijnlijk in Johannesburg of Pretoria.
In een terugblik geeft voorzitter ds. D. Visser aan dat gesproken kan worden van een goede assemblee. „Het is opnieuw gebleken dat de organisatie niet zonder assemblee kan voortbestaan. Ontmoeting vormt een wezenlijk onderdeel voor de kerken.”
Vertegenwoordigers van de diverse lidkerken hadden, aldus ds. Visser, veel waardering voor de momenten van aanbidding ’s ochtends, evenals voor de goede verzorging in het Dienstencentrum van de PKN. „Het blijkt nu dat de Protestantse Kerk, de organisator van deze assemblee, in staat is tot het organiseren van dergelijke bijeenkomsten.”
Nogal wat bezoekers hebben met visumproblemen te maken gehad. Vooral Nigerianen, maar ook gereformeerden uit Uganda, Birma en de Filipijnen stuitten op moeilijkheden bij het verkrijgen van een visum. Ds. Visser: „Er is sprake geweest van willekeur. Mensen die aan de voorwaarden wilden voldoen, zijn niet op adequate wijze geholpen. De Protestantse Kerk zal actie ondernemen in de richting van de overheid over de vermeende wantoestanden bij Nederlandse ambassades. Mensen moeten toch internationaal ontvangen kunnen worden? Anders kom je aan de vrijheid van godsdienst en dat kan toch niet de bedoeling zijn?”
Tijdens de assemblee is een aantal belangrijke onderwerpen aan de orde gekomen. Over de verhouding tussen kerk en staat zal tijdens de volgende assemblee worden doorgepraat. Er is breedvoerig gesproken over religieus pluralisme, vooral ook omdat de deelnemers uit verschillende landen en culturen komen. De assemblee heeft geprobeerd een balans te vinden tussen aan de ene kant de uitspraak ”Christus is de enige weg tot redding” en aan de andere kant het geloof dat „God een geschiedenis met alle mensen heeft”: Hij heeft hen allen gemaakt en heeft hen lief, aldus het Comité voor Religieus Pluralisme.
Het is de taak van christenen alle mensen lief te hebben en het Evangelie aan allen te brengen. De manier waarop dat kan plaatsvinden, verschilt. In landen waar christenen in harmonie leven met aanhangers van andere godsdiensten is het zaak om te getuigen en tegelijkertijd zuinig te zijn op de goede verstandhouding. In landen met spanningen tussen verschillende godsdiensten kan de interreligieuze dialoog een middel zijn om van Christus te getuigen. Het gesprek kan helpen om de karikaturen van de ander te doorbreken. In landen waar vervolging voorkomt, is het niet altijd mogelijk om te getuigen van het geloof in Christus en kan soms alleen het christelijke leven getuigenis geven van de hoop die in christenen woont, aldus het door het comité opgestelde document.
De assemblee heeft het dagelijks bestuur gemachtigd om werkgroepen in te stellen voor de dialoog met moslims en boeddhisten. De opdracht is breed en betreft zowel een bronnenstudie naar de contacten tussen moslims en christenen in het verleden als het inventariseren van contacten die er op dit moment in landen met GOR-leden zijn. Het rapport moet uitmonden in een praktische gids voor de dialoog tussen christenen en moslims/boeddhisten. Het rapport zal tijdens de volgende assemblee aan de orde komen.
Waarschijnlijk zal dan ook de Heidelbergse Catechismus weer op tafel komen. De gedelegeerden zullen in hun kerken de boodschap overbrengen dat de verwoording van antwoord 80 van de catechismus niet meer van deze tijd is. Met name de zinsnede dat de paapse mis „een vervloekte afgoderij” is, is in de ogen van de assemblee achterhaald. De gedelegeerden denken niet direct aan aanpassing van de tekst van de catechismus maar eerder aan toevoeging van een voetnoot. De afgevaardigden zullen hun kerken vragen hoe te handelen in deze zaak.
Ds. Visser: „We nemen de belijdenis serieus en we hopen dat het gesprek binnen de lidkerken zal plaatsvinden. Mogelijk komen de kerken met voorstellen over andere zaken in de belijdenis die niet meer up tot date zijn.”