Medegevangene beschuldigt echtgenoot vermiste vrouw
De echtgenoot van de vermiste en vermoedelijk vermoorde Angelique van Osch uit Aalsmeer heeft tegenover een medegedetineerde min of meer bekend schuldig te zijn aan de dood van zijn vrouw. Dat heeft de medegevangene van de 38-jarige verdachte vrijdag bij het hof verklaard.
„Ik ben de dupe van de onherroepelijkheid van een woedeaanval”, zou de verdachte tegen de medegedetineerde in het huis van bewaring in Zwaag hebben gezegd.
Hij zou de medegevangene ook verteld hebben dat het destijds een kwestie van seconden was geweest. „Weglopen of achttien jaar zitten”, zou de verdachte hebben gezegd.
De gedetineerde heeft die woorden opgevat als schuldbekentenis, verklaarde hij vrijdag tijdens het hoger beroep van de echtgenoot van Anguelique bij het hof in Amsterdam.
De rechtbank in Amsterdam achtte de Aalsmeerder vorig jaar schuldig aan de doodslag op zijn echtgenote en veroordeelde hem hiervoor tot twaalf jaar cel.
De 37-jarige Angelique van Osch werd op 10 november 2000 voor het laatst gezien. Haar echtgenoot werd een week later gearresteerd in een hotel bij Schiphol, vlak voor hij naar Thailand zou vertrekken.
De man ontkent dat hij zijn vrouw heeft gedood. De laatste keer dat hij met haar samen was, zou hij haar wel hebben mishandeld. Dat moest de bloedsporen in de auto verklaren. Daarna zou hij haar uit de auto hebben gezet en nooit meer hebben teruggezien. Het lichaam van de vrouw is nooit gevonden.
De rechtbank stoelde het bewijs tegen Van O. voor een belangrijk deel op de bekentenis die hij had afgelegd tegen een politie-informant die zich in het huis van bewaring voordeed als gedetineerde.
Het hof besloot in hoger beroep ook de verklaringen die Van O. zou hebben afgelegd tegen ’echte’ gedetineerden nader te onderzoeken.
De strafzaak gaat op 30 mei verder.