Premier Balkenende had in december Turkije gedwongen om het EU–land Cyprus op enige wijze te erkennen. Balkenende deed dat in zijn rol als toenmalig EU–voorzitter.

Turkije weigert al decennia om Cyprus te erkennen en beschouwt het eiland eigenlijk als haar eigen grondgebied, zelfs nadat Cyprus in mei 2004 tot de Europese Unie toetrad. Turkije viel in 1974 Noord–Cyprus binnen en heeft er nog altijd 35.000 soldaten.

De indirecte erkenning zou woensdag plaatsvinden wanneer ambassadeurs in Brussel een douane–protocol ondertekenen. Dat protocol moet de Turkse douane–banden met de Europese Unie uitbreiden tot de tien landen die in mei 2004 tot de EU toetraden.

De hoge EU–diplomaat houdt echter wel een slag om de arm. Onzeker blijft of Turkije niet alsnog verklaart dat diplomatieke banden met Cyprus zijn uitgesloten.

Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken kan de datum voor ondertekening niet bevestigen. Wel bevestigt het dat Turkije vasthoudt aan een verklaring dat het douane–akkoord niet uitmondt in een erkenning van de Grieks–Cypriotische regering. „Dit is een juridische noodzaak voor Turkije. We moeten onze positie duidelijk maken, in schriftelijke vorm", aldus een Turkse diplomaat, die zei dat de verklaring zal worden afgelegd „op een geschikt moment".

De ministers van Buitenlandse Zaken van de 25 EU–landen hadden vorige week maandag nog bij Turkije aangedrongen niet langer te dralen met de erkenning. „Als ze dan een verklaring afleggen: dit is geen erkenning, dan is het natuurlijk bonje", voorspelde minister Bot van Buitenlandse Zaken toen.

Toevallig kwam die maandag ook een enquête van de Europese Commissie naar buiten waaruit bleek dat 52 procent van de Europeanen tegen lidmaatschap van Turkije was.