Dat blijkt uit het zaterdag gepubliceerde boek ”Met de dood voor ogen”. Auteur Henk Hovinga wist de hand te leggen op een agendablaadje van de vermoorde transportofficier Rob Aernout, die een aantekening maakte van een militair transport op Java. Bij 17 februari 1948 noteerde Aernout: „prins Bernhard.”

Bekend is dat koningin Wilhelmina niets moest hebben van uitstapjes van prins Bernhard naar gebieden waar het erg onrustig was. Daartoe behoorde in 1948 ook Indië. Eveneens bekend is dat de prins rustig zijn eigen gang ging als hij maar even uit haar gezichtsveld kon verdwijnen.

Als prins Bernhard Indië heeft bezocht, is dat niet exact op 17 februari 1948 geweest, want op 16 februari van dat jaar bracht de prins nog een bezoek aan de Amerikaanse luchtdoelkruiser Spokane in de haven van Rotterdam, zo blijkt uit een door Hovinga opgespoord krantenbericht. De dagen daarna blijft de prins in de publiciteit echter spoorloos, hoewel met name het prinsgezinde Het Dagblad in die dagen de prins op de voet volgde. Pas op 2 maart duikt de prins weer op in die krant als hij een bezoek brengt aan de Van Ghent-marinierskazerne in Rotterdam, aldus Hovinga. Feit is in ieder geval dat prins Bernhard niet thuis was bij de eerste verjaardag van prinses Marijke op 18 februari.

Keihard bewijs dat prins Bernhard tussen 18 februari en 2 maart in Indië is geweest, heeft de auteur niet kunnen vinden. Aernout was er echter de man niet naar om zomaar iets in zijn persoonlijke agenda te schrijven, aldus Hovinga.