Aardbeving in Indische Oceaan, tsunami blijft uit
De Indiase eilandengroepen Nicobaren en Andamanen zijn zondag getroffen door een krachtige zeebeving met een kracht van zeker 7,2 op de schaal van Richter. Het Japanse meteorologisch instituut sloeg direct alarm en waarschuwde voor tsunami’s, potentieel verwoestende vloedgolven. Enkele uren na de zeebeving waren er evenwel geen tsunami’s in de regio.
De Thaise autoriteiten gaven al snel een tsunamialarm af voor zes zuidelijke provincies. Ook de vakantieoorden Phuket, Phang Nga en Krabi vielen onder de alarmregio’s. De autoriteiten daar dienden zich voor te bereiden op evacuaties. Op enkele plaatsen in de provincie Phang Nga zochten Thai en toeristen direct hoger gelegen plekken op, berichtten Thaise media. Even voor 20.30 uur Nederlandse tijd werd het Thaise tsunamialarm ingetrokken.
De zeebeving zondag in de Indische Oceaan had zijn epicentrum 135 kilometer ten westen van Misha, onderdeel van de Nicobaren. De beving werd ook waargenomen op het vasteland van India en in Thailand, meldde de Amerikaanse US Geological Survey op zijn website. De Indiase eilandengroep ligt op een beruchte onderzeese breuklijn. De beving deed zich om 17.42 uur Nederlandse tijd voor op een diepte van 10 kilometer.
De Nicobaren en de Andamanen, die veel primitieve stammen herbergen, werden hard getroffen tijdens de zeebeving van eind 2004. Er vielen toen zeker 3000 doden in dit deel van India. Die beving, met een kracht van meer dan 9 op de schaal van Richter, had toen zijn epicentrum voor de kust van het Indonesische eiland Sumatra en was verantwoordelijk voor zeker 177.000 doden. Formeel worden er nog altijd 50.000 mensen vermist.
De jongste beving had haar oorsprong op ongeveer 440 kilometer van de destijds zwaar getroffen provincie Atjeh in Noord-Sumatra. Daar werden de autoriteiten gewaarschuwd, maar voorzover bekend werd er geen alarm geslagen.
Na de zeebeving van tweede kerstdag werd internationaal afgesproken dat er een alarmsysteem voor tsunami’s in de Indische Oceaan zou komen. Japan, dat al jaren een geavanceerd systeem heeft, kondigde aan dat in afwachting van de aanleg daarvan de meteorologische dienst in dat zeegebied een oogje in het zeil zou houden.
Een alarmsysteem bestaat uit sensors op zee die door satellieten worden gecontroleerd. Bij een beving of een vloedgolf kunnen de autoriteiten in de betrokken landen direct worden gealarmeerd. Die moeten dan weer een systeem paraat hebben om lokale autoriteiten in te lichten.
Een hoge overheidsfunctionaris op de Andamanen meldde enkele uren na de beving zondag dat er geen tsunami’s waren waargenomen. Er was wel sprake van paniek onder bewoners, maar voorzover bekend waren er geen slachtoffers.
De autoriteiten van Sri Lanka, het eiland dat eind vorig jaar verwoestend werd geraakt door vloedgolven, besloot geen tsunamialarm te geven. Na overleg met een Amerikaanse onderzoeksinstituut werd bevestigd dat het vakantie-eiland in de Indische Oceaan geen gevaar liep, aldus de autoriteiten in Colombo.
Een dag eerder was de Japanse hoofdstad Tokio getroffen door een aardbeving. De beving van zaterdag had een kracht van 6 op de schaal van Richter. Dat maakten de autoriteiten bekend. De publieke omroep NHK meldde dat er geen tsunami’s dreigden. Volgens persbureau Kyodo raakten een kleine dertig mensen gewond.
De aardbeving trof Tokio om 16.35 uur lokale tijd (9.35 uur in Nederland). Gebouwen in het centrum van de stad schudden op hun grondvesten door de kracht van de beving.
Volgens het Japans meteorologisch centrum lag het epicentrum van de beving op een diepte van 73 kilometer op het schiereiland Boso in het Chiba-district ten oosten van Tokio. De autoriteiten houden rekening met naschokken.