Buitenland

Dochters voor voedsel bij arme Afghanen

De droogte en het gebrek aan voedsel in Afghanistan zijn zo ernstig dat mensen op grote schaal hun dochters verkopen om te kunnen eten. De meisjes worden verkocht aan huwelijkspartners. Sommigen zijn niet ouder dan zeven.

Buitenlandredactie
24 May 2002 12:02Gewijzigd op 13 November 2020 23:35

Dit blijkt uit een donderdag verschenen rapport van een hongersnooddeskundige, dat werd opgesteld in opdracht van de Amerikaanse regeringsorganisatie voor ontwikkelingssamenwerking Usaid. Het aantal Afghaanse huishoudens dat beschikt over een betrouwbare bron van voedsel is gekelderd van 59 procent in 1999 en 2000 naar 9 procent nu. Voor water is het percentage gedaald van 43 naar 15. Uit het rapport blijkt ook dat veel Afghanen in de schulden zitten, wat in islamitische culturen vaak een bron van schaamte is.

Het verkopen van dochters is „zeer gebruikelijk”, zei de auteur van het rapport, Sue Lautze van Tufts University. „Zo gebruikelijk dat we soms gezinnen ontmoetten die het betreurden dat ze geen jonge dochters hadden.” Lautze baseerde haar rapport op vraaggesprekken in 1100 huishoudens door heel Afghanistan.

Eerder deze maand liet het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties weten dat het meer dan 625 miljoen euro nodig heeft om 9 miljoen mensen in Afghanistan van voedsel te voorzien. Het WFP heeft nog geen 60 procent van dat bedrag ontvangen.

De Afghaanse krijgsheer en onderminister van Defensie, Rashid Dostum, heeft donderdag op aandringen van de interim-regering in Kabul een groot aantal gevangen Taliban-strijders laten gaan die werden vastgehouden in een overbevolkte gevangenis in Noord-Afghanistan. In die gevangenis zitten 1500 leden van het voormalig bewind gevangen.

In een poging te komen tot een nationale verzoening heeft de interim-regering van premier Hamid Karzai aangedrongen op het vrijlaten van gevangenen die niet beschouwd worden als een gevaar voor het nieuwe bestuur.

Dostum, die het voor het zeggen heeft in een deel van het noorden van het land, beantwoordde dat verzoek door 512 voormalige strijders over te dragen aan de veiligheidstroepen van de regering, die de gevangenen waarschijnlijk op korte termijn zullen vrijlaten.

De afgelopen weken had Dostum al zo’n duizend gevangenen laten gaan. Er zitten in de Shibergan-gevangenis, waar Dostum de baas over is, nu nog zo’n 1200 mensen vast, van wie ongeveer de helft afkomstig is uit Pakistan.

Een andere noordelijke commandant, Atta Mohammed, heeft eveneens een aantal gevangenen laten gaan. Het gaat om acht Oezbeken die hebben meegevochten met de Taliban. Ze zijn overgedragen aan Oezbekistan.

De EU-gezant voor Afghanistan, Klaus-Peter Kleiber, heeft de omstandigheden in de gevangenis eerder aan de kaak gesteld. Hij vergeleek de situatie met die van een concentratiekamp uit de Tweede Wereldoorlog.

In de afgelopen twee maanden zijn enkele honderden gedetineerden op vrije voeten gesteld. Onder hen bevindt zich ook een groep van 204 Pakistanen die aan de zijde van de Taliban vochten.

De VN-Veiligheidsraad heeft donderdag besloten het mandaat van de internationale troepenmacht in Afghanistan, ISAF, te verlengen tot 20 december 2002. De leden van de Veiligheidsraad besloten alleen tot een verlenging van het mandaat, niet tot een uitbreiding. ISAF blijft dus alleen in de hoofdstad Kabul. Ook komt er voorlopig geen versterking van de momenteel zo’n 4650 man sterke troepenmacht.

De Afghaanse interim-president Karzai heeft herhaaldelijk verzocht om een uitbreiding van de troepenmacht. Hij wil dat de buitenlandse militairen ook in afgelegen gebieden gaan patrouilleren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer