Tsunamihulp gaat christen soms voorbij
Christenen die hun leven na de vloedgolf weer proberen op te bouwen, kampen met veel problemen. Er is nog altijd een schromelijk tekort aan huisvesting, werk, Bijbels en kerkmaterialen. Daar komt bij dat christenen soms achtergesteld worden door inheemse niet-christenen én sommige hulporganisaties, zo blijkt uit een inventarisatie van Open Doors.
Tekenend is het verhaal van een gemeente in het strengislamitische Atjeh in Noord-Sumatra. Deze plaatselijke kerk bestond uit vijftig mensen. Elf christenen kwamen om bij de vloedgolven op tweede kerstdag en twaalf leden zijn later vertrokken naar gebieden verder weg van de kust. Slechts twee gezinnen hebben nog een eigen huis. De andere families zijn ondergebracht in tijdelijke woonbarakken van het leger.
Ondanks de soms moeilijke verhouding met de moslims, ging de gerepareerde kerk in maart weer open. Open Doors, die zich inzet voor vervolgde christenen, nam zes maanden huur voor haar rekening. Er zijn echter nog te weinig stoelen en Bijbels voor de gemeente. De vraag naar traumahulp is ook heel groot, laat voorganger Amiati weten.
Volgens Amiati maken moslims de christenen veel verwijten. „Ze geven ons de schuld van de tsunami, omdat wij onze kerstviering op het strand hielden. Ze zeggen dat de God van de christenen erop uit is moslims te doden en dat de christenen geen hulp nodig hebben.”
Toch hoopt de voorganger dat niet-christenen meer open zullen staan voor het Evangelie, nu ze weten hoe kwetsbaar hun bestaan is. „Aan de andere kant, misschien verhardt God hun hart ook wel zoals Hij dat deed met de Egyptenaren.”
Niet alleen moslims bemoeilijken de situatie voor christenen die in Atjeh wonen. „Niet-christelijke hulporganisaties zien christenen soms over het hoofd”, zegt Open Doors-woordvoerder Jenö Sebök. „Omdat ze een kleine, gemarginaliseerde minderheid vormen, moet je goed zoeken om ze te vinden. Wij steken veel energie in het vinden en helpen van de christenen.”
Open Doors heeft bijvoorbeeld meer dan 25 gezinnen op Atjeh aan een tijdelijk onderkomen geholpen. Verschillende kerken op Atjeh hebben hulp gehad in de vorm van een bromfiets voor een voorganger, gezangboeken, Bijbels en financiële steun. Ook hebben ruim 1000 christenen noodhulp ontvangen.
De Nederlandse organisatie is ook op Sri Lanka actief. De zendingsorganisatie wil tien kerken herbouwen en hulp bieden bij het weer opstarten van gemeenten door onder meer te zorgen voor liedboeken, Bijbels en muziekinstrumenten. Verder is de stichting bezig 1000 onderkomens te realiseren voor christenen en 500 gezinnen te helpen bij het voorzien in hun levensonderhoud.
Tien kerkelijke gemeenten op Sri Lanka krijgen microkredieten. Het doel hiervan is dat de kerken de lokale gemeenschap kunnen helpen bij het voorzien in levensonderhoud, bijvoorbeeld door beroepstrainingen te geven of een voedingscentrum te starten.
