„Zonder verkiezing kan ik de Bijbel wel dichtdoen”
„Je kunt bij het aanspreken van mensen tijdens het evangelisatiewerk niet zeggen dat ze uitverkoren moeten zijn, zo menen veel mensen, die liever spreken over: Geef je hart aan Jezus.”
Evangelist H. Bor uit het Belgische Gent: „Wat te denken van de tekst uit Johannes 10:16: „Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet ik ook toebrengen en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden één kudde, en één Herder?” Wat een vreugde dat deze woorden in de Bijbel staan.”
Bor sprak woensdagmiddag tijdens een zendingsmiddag in de hervormde Dorpskerk van Elspeet. De bijeenkomst was georganiseerd door het plaatselijke comité van de hersteld hervormde gemeente.
Aan de hand van voorbeelden maakte Bor duidelijk dat hij tijdens het evangelisatiewerk regelmatig over de uitverkiezing spreekt. Twee weken geleden zei hij tegen een aantal gevangenen in de gevangenis: „Jullie moeten veranderen, draai je om, want anders gaat het fout. Probeer het niet in eigen kracht, want dan lukt het niet. Buig je knieën en roep tot God of Hij het wil doen.”
De evangelist merkt Gods voorzienigheid bij zijn werk op. Enige tijd geleden was de vergunning voor zijn bijbelkraam op de markt van Gent ingetrokken. Bor kreeg een nieuwe, nogal afgelegen standplaats. Een bus stopte precies voor de kraam en een vrouw die bezet was met geestelijke vragen stapte uit. „Ze wilde graag heilig zijn en rein voor God leven, maar ze zag de ongerechtigheid in haar leven en wist niet hoe het moest. Wat moet ik doen om zalig te worden? was haar vraag. Ik heb met haar gesproken en haar ”De Christenreis” van John Bunyan meegegeven. Nu bezoekt ze de bijbelstudie. De schapen zullen komen”, aldus Bor, die de verkiezing een bron van troost noemde. „Als er geen verkiezing was, zou ik de Bijbel wel dicht kunnen doen.”
De zendingsmiddag werd geopend door ds. W. Pieters, predikant van de herstelde hervormde gemeente te Garderen, die sprak over Psalm 149:6 en 7. Hij wees erop dat Gods Woord een tweesnijdend zwaard is, dat doordringt tot in het binnenste van de ziel. „Dat veroorzaakt pijn. Door het zwaard wordt de zonde gekruisigd en het eigen ik met kettingen gebonden en onder het juk van Christus gebracht.” Maar het zwaard snijdt ook de afgoden doormidden, zei ds. Pieters. „De groten der aarde sidderen voor dat zwaard en het werk van dat zwaard gaat nog steeds door in de wereld.”
Ds. B. Reinders uit Harskamp sprak naar aanleiding van Openbaring 7:9 en 10 over de schare die niemand tellen kan. Na de opening van de eerste zes zegels is er vóór de aankondiging van het einde van de wereld een soort intermezzo, waarin te zien is dat de kerk wordt bewaard te midden van de oordelen, zei de predikant. Het gaat om 144.000 mensen uit de strijdende kerk, die van God een teken op hun voorhoofden krijgen.
Johannes krijgt ook een gezicht van de schare die niemand tellen kan. „Christus is het tarwegraan dat veel vrucht voortbrengt. De Heere heeft de schare van eeuwigheid geteld. Wij tellen erbij die God er niet bijtelt en wij schrijven af die God er wel bijtelt. Samuël was een ziener, maar ook hij zag aan wat voor ogen was en telde David er niet bij. Elía dacht dat hij alleen was overgebleven, en er waren er nog 7000.”
Wie bij die grote schare horen? Ds. Reinders: „Allen die sterven aan zichzelf, allen in wie Christus een gestalte heeft gekregen en allen in wie Christus opwast. Zij staan voor het Lam en voor de troon in lange witte kleren met de palmtakken van de overwinning in hun hand. Het is net als met sommige grachtenpanden in Amsterdam waarop staat: „De werkplaats is beneden, de woonplaats is boven.””