Volgens de Wet milieubeheer is een MER verplicht, als er complexen met meer dan 200.000 vierkante meter bedrijfsvloeroppervlakte worden gebouwd. Den Haag en de provincie Zuid–Holland hebben ten onrechte bestaande kantoorruimte, die bij de nieuwe plannen wordt betrokken, niet meegeteld. Ook heeft de gemeente verzuimd parkeergarages mee te rekenen, hetgeen volgens de Raad van State ook verplicht is.

De zaak is door onder anderen bewoners van de ’Zwarte Madonna’, een wooncomplex dat voor de plannen zou moeten wijken, aanhangig gemaakt. Eerder oordeelde de Raad van State dat het gebouw mocht worden gesloopt. Over het bijna twintig jaar oude gebouw woedde jarenlang een juridische strijd. Bewoners en oppositiepartijen in de Haagse gemeenteraad willen het gebouw met sociale huurwoningen behouden.

De Stichting Vrienden van de Zwarte Madonna reageerde verheugd op de uitspraak van de Raad van State. Niet alleen heeft zij kritiek op het ontbreken van de MER, zij maakt ook bezwaar tegen de plannen van de gemeente Den Haag wegens andere effecten die de nieuwe gebouwen zouden hebben, zoals het wegnemen van zon en het aantrekken van autoverkeer. De stichting hoopt dat de volgens haar „megalomane plannen" definitief worden afgeblazen en dat Den Haag op zoek gaat naar alternatieven.

Den Haag stelt „teleurgesteld" te zijn. Voor de gemeente is het nieuw dat parkeergarages ook tellen als bedrijfsruimte. De gemeente zegt dat dit ook niet staat vermeld in de MER–regelgeving en dat er dus sprake is van „nieuwe jurispudentie" van de Raad van State. Ze zegt alsnog een MER te gaan opstellen.