AIVD’ers mogen anoniem als getuigen worden gehoord
Twee medewerkers van de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) worden in de rechtszaak tegen H. S., verdacht van het illegaal uitvoeren van „strategische goederen" naar Pakistan, onherkenbaar gehoord als getuigen. Dat heeft de rechtbank in Alkmaar woensdag besloten in een tussenvonnis.
Het openbaar ministerie (OM) had verzocht om een anoniem getuigenis in verband met de staatsveiligheid. De verhoren van de twee AIVD’ers vinden plaats op 19 oktober. Publiek en pers mogen niet in de zittingzaal aanwezig zijn. Zij kunnen in een naastgelegen zaal de zitting volgen. Dat biedt de mogelijkheid stemvervorming toe te passen bij de twee getuigen.
De maatregelen zijn nodig om de identiteit van het tweetal te beschermen. Als hun identiteit bekend wordt, kan de staatsveiligheid in gevaar komen, verklaarde officier van justitie J. Horzinek eerder.
De rechtbank heeft nog wel een voorwaarde aan het anoniem horen van de getuigen gesteld. De AIVD–directeur staatsveiligheid moet voor 19 oktober laten weten of de betreffende medewerkers nog in operationele dienst van de AIVD zijn. Zo ja, dan wil de rechtbank nog weten of het niet anoniem horen van de getuigen hen in ernstige mate zou belemmeren bij de uitvoering van hun werkzaamheden. Kan de directeur hier niet bevestigend op antwoorden, dan bestaat alsnog de mogelijkheid dat de twee mannen niet anoniem worden gehoord.
De rechtbank wees een verzoek van het OM om de vragen van de verdediging vooraf in te zien en mogelijk te bespreken met de AIVD af. De inhoudelijke behandeling van de zaak tegen de 62–jarige S. uit Sint Pancras en zijn 38–jarige compaan Z. F. uit Heerhugowaard vindt plaats op 3 november, liet de rechtbank woensdag weten.