Leefbaar Delft moet ‘laster’ rectificeren
De gemeenteraadsfractie van Leefbaar Delft (LD) mag de Delftse ex-wethouder C. Baljé (VVD, onder andere toerisme, ict en economie) niet beschuldigen van corruptie.
Dinsdag bepaalde de rechter in Den Haag dat de leefbaren op hun website en in huis-aan-huisblad Delftse Post een rectificatie moeten plaatsen waarin staat dat zij ten onrechte dergelijke beschuldigingen hebben geuit.
Leefbaar Delft-voorman M. Stoelinga uitte zijn beschuldigingen jegens de wethouder in mei. De wethouder zou ten onrechte subsidie hebben beloofd aan de Italiaanse restauranthouder S. Daga.
Die subsidie kwam er niet, maar wel een ander soort bijdrage van de gemeente, ter waarde van 26.000 euro. Uit onderzoek van de gemeente bleek later dat Baljé niets te verwijten viel. De wethouder stapte toch op, omdat de „smaad, laster en chantage” van Stoelinga en Daga hem „het werken onmogelijk” hadden gemaakt.
Volgens de rechter heeft de gemeente Delft diepgaand en compleet onderzoek gedaan naar de gang van zaken rond de subsidieaanvraag van Daga. „Uit het rapport valt af te leiden dat er geen sprake is van incorrect handelen door Baljé, laat staan dat er sprake is van corruptie”, aldus het vonnis. Stoelinga had daarom niet nog eens beschuldigingen van corruptie tegen de voormalig stadsbestuurder mogen uiten, vindt de rechter. De man heeft met het plaatsen van een advertentie in de Delftse Post op 6 juni „de grenzen van het betamelijke overschreden.”
Als Stoelinga en Leefbaar Delft niet binnen een paar dagen de rectificaties in de krant en op internet plaatsen, moeten ze boetes van 5000 euro per dag betalen, tot maximaal 50.000 euro. Het vonnis mag direct uitgevoerd worden, ongeacht of de verliezende partijen in hoger beroep gaan.