Antiterreurdossier over Greenpeace bij FBI
De Amerikaanse burgerrechtenorganisatie ACLU (American Civil Liberties Union) is erachter gekomen dat de federale recherchedienst FBI „antiterreurdossiers” bijhoudt van een aantal burgerrechten- en milieuorganisaties. Over de ACLU zelf heeft de FBI een ”antiterreurdossier” van 1173 pagina’s.
Over de mensenrechten- en milieuorganisatie Greenpeace verzamelde de FBI niet minder dan 2383 pagina’s aan gegevens. Beide organisaties hebben geschokt gereageerd en eisen via de arrondissementsrechtbank in Washington openbaarmaking van hun dossiers. „Wij zetten ons in voor burgerrechten in dit land, maar wij hebben niets te maken met terreur en propageren terreur ook op geen enkele manier. Het is ons daarom een raadsel, waarom de FBI er een antiterreurdossier over onze organisatie op nahoudt”, aldus ACLU-directeur Anthony Romero.
Niet minder kritisch is Greenpeace-directeur John Passacantando. „Wij uiten vaak onverbloemde kritiek op de regering-Bush, maar bij mijn weten is dat in onze democratie niet verboden. Al onze activiteiten zijn bovendien vredelievend. Wij gebruiken nooit, maar dan ook werkelijk nooit enige vorm van geweld omdat dat onze geloofwaardigheid nationaal en internationaal zou ondermijnen. Als de FBI de nieuwe Amerikaanse antiterreurwetten misbruikt zou hebben om ons te bespioneren, zou dat werkelijk schokkend zijn”, aldus Passacantando.
Woordvoerders van het ministerie van Justitie en van de FBI weigerden gisteren elk commentaar op dit bericht. De ACLU heeft via de rechtbank gevraagd om onmiddellijke vrijgave van de dossiers. De FBI liet in een eerste reactie weten dat dit onmogelijk was, „omdat wij nog maanden nodig hebben om de dossiers over de ACLU en over Greenpeace uit te werken.”
„Dit riekt naar een zeer gevaarlijk misbruik van antiterreurwetgeving om critici van de regering te intimideren. Als dat inderdaad het geval is, dan zijn wij teruggekeerd naar de tijd van wijlen FBI-chef Edgar Hoover, die dossiers bijhield over tal van organisaties en politici om hen indien gewenst later onder druk te kunnen zetten”, aldus politiek analist Thomas Dillard van het Cato Research Instituut in Washington. Hoover hield indertijd onder andere een dossier bij over de zwarte leider dominee Martin Luther King. Deze kreeg in 1964 voor zijn activiteiten de Nobelprijs voor de vrede. In 1968 werd hij in Memphis in Tennessee vermoord.