Time noemt Rove bron voor CIA-lek
President Bush’ topadviseur Karl Rove was de eerste die Valerie Plame tegenover Time-journalist Matthew Cooper aanduidde als CIA-agente. Cooper schrijft dat in de editie van Time van maandag.
Cooper heeft volgens dit artikel over de affaire-Plame ook gesproken met Lewis Libby, chef-staf van vice-president Dick Cheney. Hiermee zijn nu twee topmedewerkers van het Witte Huis aangeduid als bronnen voor een affaire die de politieke gemoederen in Washington nu al wekenlang bezighoudt.
Het gaat daarbij om de vraag of het Witte Huis oud-ambassadeur Joseph Wilson wilde „straffen” voor diens kritiek op de regering-Bush. Washington beweerde in de aanloop naar de invasie in Irak namelijk dat Saddam Hussein had geprobeerd om in Afrika uranium te kopen voor zijn kernwapenprogramma. Oud-ambassadeur Wilson werd naar Afrika gestuurd om dit verhaal te verifiëren.
Na terugkeer meldde hij dat het verhaal niet klopte. Desondanks herhaalde president Bush de beschuldiging in zijn State of the Union begin 2003. Wilson schreef daarop een artikel in The New York Times waarin hij erop wees dat hij al in 2002 aan Washington had gemeld dat de beschuldiging tegen Saddam over de aankoop van uranium op vervalste documenten was gebaseerd. De CIA bevestigde dat later.
Kort na Wilsons artikel werd bekend dat zijn vrouw als geheim agent werkte voor de CIA. Volgens Wilson had het Witte Huis de identiteit van zijn vrouw -Valerie Plame- als CIA-agente onthuld om ambassadeur Wilson „terug te pakken” na zijn kritiek op Washingtons verdraaien van de feiten. Het Witte Huis ontkende in alle toonaarden elke bemoeienis in de affaire. Witte-Huiswoordvoerder Scott McClellan noemde de beschuldiging van Wilson „absurd.”
De kwestie wordt intussen onderzocht door een onafhankelijk onderzoeksrechter, omdat het onthullen van de identiteit van een geheim agent van de CIA bij wet verboden is. In het kader van dit onderzoek heeft Time-reporter Cooper vorige week getuigd en zijn verslag hierover verscheen vandaag in Time. Voor het eerst worden Karl Rove en Lewis Libby genoemd als bronnen voor het „lek” over Valerie Plame. Dat komt politiek erg dicht bij president Bush en vice-president Cheney.
Vandaar waarschijnlijk de agressieve lobby van de Republikeinse partijvoorzitter Ken Mehlman ter verdediging van het Witte Huis. Mehlman noemde het gisteren in het NBC-programma ”Meet the Press” „schandelijk” om te speculeren over deze affaire zolang het officiële onderzoek nog loopt.