Bundesrat wijst wet discriminatie vooralsnog af
De antidiscriminatiewet die in Duitsland van kracht zou worden, komt er vooralsnog niet. De Bundesrat, de Duitse Eerste Kamer, heeft de wet onlangs vooralsnog afwijzen, zo bericht het Duitse persbureau Idea.
Als reden voerde de Bundesrat aan dat de wet niet voldoet aan de juridische eisen die Europa stelt ten aanzien van antidiscriminatierichtlijnen. De wet stelt discriminatie op grond van religie, etnische herkomst, geslacht en seksuele oriëntatie strafbaar. Slachtoffers van discriminatie zouden op grond hiervan aanspraak kunnen maken op schadeloosstelling en smartengeld.
De Bundesrat verklaarde verder dat de wet voor werkgevers en werknemers niet praktisch uitvoerbaar is. Sommige regelingen zouden uitdrukking geven aan „wantrouwen tegenover de contractsluitende partijen” en geen recht doen aan de levenservaring van de werknemer. In het ongunstigste geval is het volgens de Eerste Kamer mogelijk om het tegenovergestelde van het gewenste te bereiken. Een speciale commissie zal zich op zijn vroegst bij de volgende zitting, in september, over de antidiscriminatiewet buigen.
In kerkelijke kringen heerste de vrees dat de nieuwe wet de zelfstandigheid van de kerken zou inperken. In het wetsontwerp luidt het dat kerken en religieuze groeperingen slechts voorwaarden kunnen stellen aan de religie van een sollicitant als deze voor de uitoefening van zijn of haar functie „wezenlijk, rechtmatig en gerechtvaardigd” zijn.