Onderzoeker Johan Wander van de afdeling praktijkonderzoek plant en omgeving voerde een beregeningsexperiment uit op een perceel tweejarige plantuien te Zevenbergen. Hij ontdekte dat beregenen met 2 millimeter water tussen kwart voor drie en kwart over drie ’s nachts een duidelijk lagere aantasting tot gevolg had vanwege het uitblijven van sporenvorming door de schimmel.

Wander en zijn collega’s begonnen vorig jaar met het onderzoek naar het ’s nachts beregenen tegen valse meeldauw. Met het uienadviesprogramma van Opticrop uit Wageningen werd op basis van de weersverwachting berekend of de omstandigheden ’s nachts gunstig waren voor sporenvorming door valse meeldauw en of de omstandigheden ’s morgens gunstig waren voor infectie. Waren beide verwachtingen rond halfvijf in de middag positief, dan werd besloten om ’s nachts te beregenen.

Om praktische redenen en vanwege het feit dat voor dit doel geen zware beregeningsinstallatie nodig was, werd met een elektrische pomp, een tijdschakelaar en een sprinklerinstallatie de beregening uitgevoerd. Technisch gezien is het haalbaar om, zonder tussenkomst van de teler, de computer ’s nachts te laten beslissen of er beregend moet worden.

Nagegaan moet worden of een heel beregeningssysteem voor dit doel financieel haalbaar is. Gebleken is dat met een beregening van 1 à 2 millimeter het maximale effect wordt bereikt, maar zelfs met een buitje van 0,2 millimeter werd al veel sporenvorming voorkomen. Momenteel loopt er in Zeewolde een praktijkproef met betrekking tot zaaiuien.