De banden van de gesprekken liggen in het Koninklijk Archief en zijn alleen te raadplegen met toestemming van koningin Beatrix en minister–president Balkenende. Prins Bernhard vermoedde dat die toestemming nooit zou komen en sprak daarom in 2004 buiten de geëigende kanalen ook met Pieter Broertjes en Jan Tromp van de Volkskrant.

Broertjes en Tromp publiceerden over hun gesprekken kort na het overlijden van de prins in december vorig jaar. Zo maakte Bernhard postuum onder meer het bestaan van twee buitenechtelijke dochters wereldkundig. Ammerlaan liet daarna weten te overwegen de memoires te publiceren.

Zaterdag zegt hij in Opium veel meer te weten dan de hoofdredacteur en journalist van de Volkskrant. Voor het schrijven van de memoires is hij niet afhankelijk van de toestemming van de koningin en de minister–president. Ammerlaan laat weten een uitvoerig dagboek te hebben bijgehouden, waarin hij de gesprekken met Bernhard uitgebreid beschrijft. „Voor de publicatie van mijn eigen dagboek heb ik niemands fiat nodig", aldus Ammerlaan.

Wanneer het boek verschijnt, kan Ammerlaan nog niet zeggen. Hij zal de komende jaren werken aan het te boek stellen van de memoires of geparafraseerde memoires van prins Bernhard.