Miller verdient volgens de commissie een reprimande, maar zijn hoogste chef, generaal Bantz Craddock, weigert dat.

Miller was tot voor twee jaar commandant van Guantanamo Bay. Onder zijn commando werden er mishandelingen gepleegd die door de FBI werden geregistreerd en die later door de militaire onderzoekscommissie werden bevestigd. Het gaat daarbij onder meer om het vastketenen van gevangenen in foetushouding gedurende 18 tot 24 uur. Gedurende deze tijd werd hen niet toegestaan om hun behoeften te doen.

Miller werd in 2003 overgeplaatst naar Irak, waar hij verantwoordelijk werd voor het detentiebeleid. Korte tijd later bleken zijn twijfelachtige praktijken ook daar tot misbruiken te leiden. Nadat deze misbruiken in de beruchte Abu Ghraib-gevangenis bij Bagdad en in andere gevangenkampen bekend werden, sprak het ministerie van Defensie over „enkele geïsoleerde incidenten.”

In een rapport voor het Comité tegen Marteling van de VN gaven de Amerikaanse autoriteiten eind vorige maand toe dat er „martelingen” zijn gepleegd op de basis Guantanamo Bay en in gevangenkampen in Irak en Afghanistan. Ook in dit rapport zegt Washington echter dat het om enkele „geïsoleerde gevallen” gaat en dat de verantwoordelijken inmiddels zijn gestraft.