De betrokken afgevaardigden aanvaardden dinsdagmiddag in Brussel een rapport over dit onderwerp van de Franse mevrouw De Sarnez, die behoort tot de fractie van de liberalen. Over het verslag volgt in een later stadium een debat en een stemming in de plenaire vergadering van het EP. Ook de ministers van de lidstaten moeten zich er nog over buigen.

De technologische ontwikkelingen gaan zo snel dat aanvullende maatregelen nodig zijn, stelt het Parlement vast. Zo is het straks mogelijk via de mobiele telefoon internet te ontvangen. Statistieken geven aan dat jongeren vandaag de dag meer uren besteden aan het surfen op dat medium dan aan televisiekijken. Voorts komen kinderen op steeds vroegere leeftijd in hun eentje in aanraking met de informatie en de beelden in die sfeer.

Het wereldwijde web bevat ongeveer 260 miljoen pagina’s met een pornografisch karakter. Verder blijkt uit onderzoek in een aantal landen dat een op de drie deelnemers aan een discussieforum of chat seksueel wordt benaderd. Mede naar aanleiding van deze bevindingen concludeert De Sarnez: „Het is de hoogste tijd dat bedrijven en gebruikers de werkelijkheid van internet onder ogen zien. Dit klemt temeer omdat de nieuwe communicatiemiddelen alomtegenwoordig zijn en meestal vrij toegankelijk.”

Het EP pleit voor voorlichtingscampagnes en voor onderwijsprogramma’s om de gevaren op het gebied van onder andere seks, geweld en racisme bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. Het acht voortdurende bijscholing van opvoeders en docenten geboden en oppert in dat verband om voor enkele lessen op school ook de ouders uit te nodigen.

De commissie uit het Parlement vindt verder dat de Europese Commissie moet zorgen voor de invoering van een gratis te bellen telefoonnummer waarop inlichtingen worden verstrekt over bestaande filterinstrumenten. Elke lidstaat dient ook over een telefonische hulpdienst te beschikken waar mensen met klachten over bepaalde sites terecht kunnen en die eventueel gerechtelijke stappen in gang zet tegen de auteurs daarvan.

De europarlementariërs dringen aan op de introductie van een speciale domeinnaam .kid, te vergelijken met .com en .org, die garantie biedt op inhoud voor jeugdigen met een veilig karakter. Het ligt in de bedoeling dat een onafhankelijke autoriteit permanent controle uitoefent op dit laatste.