„Mohammed B. is godsdienstwaanzinnige”
Vrienden van Theo van Gogh zien in diens vermoedelijke moordenaar Mohammed B. „een godsdienstwaanzinnige". Dat zeiden columnist Theodor Holman en filmproducent Gijs van de Westelaken dinsdag na afloop van het proces.
„We zagen het aankomen, maar het proces kreeg met het laatste woord van Mohammed een bizarre wending", zei Holman na afloop. „Maar ik had na acht maanden in de cel wel meer van hem verwacht dan dit gestotter en gestamel. Hij is een godsdienstwaanzinnige. Hij zei zelf dat hij ook zijn eigen vader en broer had kunnen vermoorden als ze de profeet hadden beledigd".
Volgens Van de Westelaken blijkt uit de verklaring van B. dat zijn daad weinig met terrorisme te maken heeft. „Hij vindt dat als de profeet beledigd wordt, dat gewroken moet worden. Dat is geen terrorisme, maar een persoonlijke daad. Hij ziet zich als een instrument van god".
Mohammed B. richtte zich in zijn laatste woord rechtstreeks tot Van Goghs moeder Anneke. Zij had maandag een persoonlijke verklaring afgelegd tijdens de rechtszitting. Volgens Holman en Van de Westelaken had B.’s laatste woord Anneke van Gogh enige troost geboden. „Alle beetjes helpen”, was volgens Van de Westelaken haar reactie.
Volgens persofficier D. Kruimel van het openbaar ministerie in Amsterdam was de verklaring van B. „heel confronterend”, vooral omdat hij zich rechtstreeks richtte tot Anneke van Gogh en de politieagenten die hij op 2 november had beschoten. „Maar het is jammer dat hij pas sprak bij zijn laatste woord want nu kan het OM niet meer reageren”, aldus Kruimel. Ze vond de verklaring inhoudelijk niet verrassend: die paste in het beeld dat het OM al van B. had, onder meer door bestudering van zijn geschriften.
B.’s advocaat P. Plasman vond de verklaring van zijn cliënt duidelijk. „Het heeft alles te maken met zijn religieuze overtuiging”. Volgens Plasman was B. niet persoonlijk beledigd door uitlatingen van Van Gogh, maar had die zijn geloof beledigd en heeft hij daarom gehandeld zoals hij deed op 2 november vorig jaar.
Plasman wilde geen kwalificatie verbinden aan de verklaring van B. „Ik heb niets gehoord waarvan ik nu moet zeggen: hij is gek. Anderen zullen zeggen dat hij extreem is, maar hij handelt vanuit zijn geloofsovertuiging”.