Christelijke politiek kan vruchtbaarder opereren
De verkiezingen waren anders dan anders. Een duidelijke ruk naar rechts. Alleen de kleine christelijke partijen profiteerden daar niet van. Hoe kan dat? Volgens Erik van Goor heeft de ChristenUnie zich te vroeg rijk gerekend. Dat werkte averechts. De SGP heeft haar boodschap niet duidelijk genoeg verwoord. Een gemiste kans.
De orthodox-christelijke politiek heeft de afgelopen tijd harde klappen gekregen. Met name de ChristenUnie is nog bezig haar wonden te likken. En als het aan deze partij ligt, zijn ook tal van kiezers bezig hun wonden te likken en zich in schaamte te wentelen. De beschuldigingen richting de kiezer, en de christelijke kiezer met name, logen er namelijk niet om. Politici als Van Dijke, Van Middelkoop en Veling, maar ook kranten als het Reformatorisch Dagblad, durfden nogal wat te zeggen over de verborgen kiezer en zijn stemgedrag. Opvallend hierbij was overigens de afwezigheid van kritiek richting zichzelf en het niet toepassen van de oordelen op zichzelf.
De verklaring is dat veel aanhangers ontrouw zijn geworden, ”principieel geërodeerd”, ”moderne mensen zonder binding” zijn of ”een strategische keuze voor de macht” hebben gedaan. Het bewijs hiervan zijn de e-mails van spijtoptanten aan het partijbureau en de zetelwinst van het CDA gecombineerd met het eigen verlies. Het lijkt erop dat veel zogenaamde politicologie een samenraapsel is van dit soort ”self-fulfilling prophecy”. Wie zich hierin laat vangen kan z’n denken aan de kapstok hangen. Het komt vroeg of laat namelijk altijd uit en het verklaart niets.
Ondertussen is op tal van kansels ”de geest van Pim” tegenover die van Christus gesteld. Het ”messianisme” van Fortuyn wordt, ook in de commentaren, keer op keer uitvergroot en een heldere en lucide discussie wordt zo per definitie onmogelijk gemaakt. Kon minister Borst nog haar excuses aanbieden na haar beledigende woorden richting christelijk Nederland; de gestalte van Pim zal voor vele gelovigen tot in lengte van dagen inktzwart zijn gekleurd.
Het CU-effect
Het oproepen van een vijand en het benadrukken van een sfeer van een morele crisis heeft vaak tweeërlei opzet. Ten eerste sluit een vijandbeeld de rijen. Ten tweede hoeft men niet meer na te denken over het eigen falen in dezen. Men hoeft dan niet meer stil te staan bij de vraag wat christenen nu werkelijk samenbindt in hun politieke handelen. Mensen laten zich dwingen een politiek voor te staan die in feite niets anders is dan een reactiepolitiek. Men dwingt als het ware de mensen de houding van de barmhartige Samaritaan in te wisselen voor die van de martelaar.
In het geval van de ChristenUnie is dit ook wel begrijpelijk. Het profileren over links, onder meer op een thema zoals asielzoekers, heeft een eigen vorm van messianisme op de mensen afgewenteld. Even begrijpelijk als ongepast. Door zijn sterke nadruk op het gevoel -de oecumene van het hart- is de EO het hart van de kiezer kwijtgeraakt. Dit is wel wat anders dan Veling zei, namelijk dat de kiezers niet met hun hart gestemd zouden hebben. Geldt dit ook voor de mensen die na veel moeite toch nog de CU kozen?
Als veel ChristenUnie-kiezers vanwege machtsmotieven hun stem gewijzigd hebben, dan volgden zij de lijn die door de ChristenUnie zelf is uitgestippeld. Door haar spreken in termen van macht en invloed -zo zou het potentieel van de CU tien à vijftien zetels bedragen- heeft ze zelf de knop omgezet in de harten van haar kiezers. En als een grondslag een belemmering vormt voor verdere groei, geeft men aan dat het hart van de zaak inwisselbaar is geworden.
In de concepten van het partijbeginselprogram (”Groen document”) van de CU waren deze tendensen al te vernemen. „Politiek komt op uit de samenleving”, was er te lezen; de SP zegt dit ook en bedoelt er hetzelfde mee. En dikwijls werd er in de CU verwezen naar de oecumene van het hart en naar het ”EO-effect”. Dit soort motieven vertroebelt het politieke handelen. Een partij die grondslag en politiek op deze wijze benadert, hangt er zelf ergens tussenin. Dan hebben de critici gelijk: alleen meer vrouwen en jongeren zijn dan de oplossing. Die doen het namelijk goed in het vrouwenblad Eva en in het magazine van de Ronduitclub, beide van de EO.
SGP-raadsel
Bij de SGP ligt de crisis op een geheel ander vlak. Haar zetelverlies is in feite een groot raadsel. Nog nooit was de animo voor haar standpunten zo groot. Op het gebied van WAO en veiligheid stond ze dicht bij de LPF, de grote winnaar van de verkiezingen. En als er één partij kon worden afgerekend op de integriteit van haar politici, dan was het de SGP. Ook de helderheid van haar programma mocht er zijn; nogal wat potentiële LPF-kiezers kregen via de Stemwijzer-site het advies om SGP te stemmen.
Verschillende waarnemers zagen dan ook overeenkomsten tussen de SGP en de LPF op verschillende terreinen. De SGP was dus kennelijk in staat de werkelijke problemen te benoemen zonder het circus van de andere partijen. Dat moet tot nadenken stemmen.
Bij de SGP zelf is men wat somberder. Dat bepaalde beginselen en standpunten -zoals over de vrouw in de politiek- van de SGP bij veel kiezers onoverkomelijke bezwaren zouden opleveren om op deze partij te stemmen, is maar ten dele waar. De verkiezingen hebben laten zien dat verscheidene allochtonen, orthodoxe gereformeerden en WAO’ers in staat waren om op LPF te stemmen en dat onkerkelijke jongeren, katholieken en oud-sociaal-democraten in staat waren om op een stijve, op Harry Potter lijkende en ”gereformeerde” Balkenende te stemmen. Maar ondanks haar afwijzende houding ten opzichte van de media, denkt de SGP klaarblijkelijk nog steeds dat je mediageniek moet zijn om stemmen te trekken. Dit is het eveneens waard om over na te denken.
Niet in de hoek
De SGP moet zichzelf niet in de hoek laten zetten van een behoudende CU zonder vrouwen in de politiek. De kiezers hebben duidelijk gemaakt dat de SGP een geheel andere partij is dan de ChristenUnie. Alsnog aanschurken tegen de laatste zou dan ook een negeren van deze signalen zijn. De afwijkende standpunten van de SGP ten opzichte van de CU moeten weer helder verwoord worden. Daarnaast moet er het besef zijn dat deze standpunten niet zomaar uit de lucht komen vallen; bij de SGP komt de politiek niet uit de samenleving opborrelen.
Niet de borrelpraat maar de grondslag van wet en getuigenis zorgden waarschijnlijk voor de heldere standpunten. Het is de vraag of de SGP dit zelf voldoende beseft. In haar theocratische visie hinkt ze nog steeds op meer dan één been. Het is nog steeds niet glashelder of Groen van Prinsterer of Van Ruler het laatste woord heeft in deze visie. Men moet kiezen: beide opvattingen sluiten elkaar uit. En dat dit geen theoretische kwestie is, heeft de laatste tijd ons doen zien. De existentiële betrokkenheid bij de gebeurtenissen rond de moord op Fortuyn stond een meer afstandelijke analyse, in de lijn van Groen, behoorlijk in de weg. De vraag naar schuld en verantwoordelijkheid is naar mijn weten dan ook niet behandeld. En de SGP moet weten: slechts de betrokkenheid die in waarheid gedrenkt is, zal iets uit kunnen werken in de harten van mensen en politici.
Heel het volk
De SGP moet zichzelf niet rijk rekenen met een brutowinst van 10.000 stemmen. De CU zal zich in de toekomst alleen maar meer vervreemden van de SGP. Hoe denkt de achterban van de SGP over een lijstverbinding met een partij waarvoor straks ook katholieke vrouwen in de kamer kunnen zitten met uitgesproken linkse standpunten? Een eventuele derde zetel zal de SGP dan ook in principe op geheel eigen kracht moeten halen. Maar hoe denkt ze dit te doen? Ze zal moeten inzetten op het overbrengen van haar concrete standpunten en ze zal haar unieke grondslag moeten verhelderen ten overstaan van heel het volk. Wanneer de urgentie dringt en er geen alternatief voorhanden is; kortom, als het volk in de engte gedreven wordt, dan zal de SGP het richtsnoer moeten bieden. Er is niemand anders die het kan doen.
De auteur is freelance publicist.