Rivaal ABN AMRO verkocht belangen aan Duitse banken
Banca Popolare Italiana (BPI) heeft in mei en juni voor ruim 1 miljard euro aan belangen afgestoten om zijn financiële positie te versterken.
De rivaal van ABN AMRO in de strijd om Antonveneta verkocht de belangen grotendeels aan Deutsche Bank en Dresdner Bank. Ook de Italiaanse investeringsmaatschappij Hopa profiteerde.
BPI, het voormalige Banca Popolare di Lodi, specificeerde de transacties via een advertentie in verscheidene Italiaanse dagbladen. De bank werd daartoe gedwongen door de Italiaanse toezichthouder Consob. De beurswaakhond kwam in actie nadat ABN AMRO en de financiële wereld zich hadden afgevraagd hoe een relatief kleine bank als BPI zich een duur overnamegevecht kon veroorloven.
Volgens de zakenkrant Milano Finanza deed BPI de belangen in zeven etappes van de hand. Het ging daarbij onder andere om belangen in de dochterbedrijven Efibanca (145 miljoen euro), Banca Popolare di Cremona (134 miljoen euro) en Cassa di Risparmio di Bolzano (183 miljoen euro). In totaal haalde Popolare Italiana met de transacties 1,081 miljard euro op.
Sinds maart voeren ABN AMRO en BPI een felle overnamestrijd om Antonveneta. De Nederlanders willen de Italiaanse bank overnemen voor 26,50 euro per aandeel in contanten. Daarmee komt het totale overnamebedrag op 7,6 miljard euro. BPI presenteerde half juni een bod van 27,50 euro per aandeel, hoofdzakelijk in eigen aandelen. Daarnaast staat er nog een contant bod van 24,47 euro.
In de advertentie gaf BPI ook aan dat Dresdner Bank zich bereid heeft gesteld 125 miljoen aandelen te willen kopen van de claimemissie die de Italiaanse bank vorige maand heeft aangekondigd. Met de toezegging heeft BPI al 1 miljard van de gewenste 1,5 miljard euro binnen.
Het geld wil Popolare Italiana gebruiken om ABN AMRO definitief af te troeven. Uit oogpunt van prestige zou een nederlaag een hard gelag zijn voor de Nederlandse bank, te meer daar ABN AMRO eerder dit voorjaar ook al een overnameprooi zag ontsnappen. In het Duitse opinieblad Der Spiegel erkent topman R. Groenink namelijk dat ABN AMRO ook interesse had in HypoVereinsBank (HVB). Deze bank ging een maand geleden over naar het Italiaanse UniCredito.
Nog voordat Unicredito zijn overnamebod van 15 miljard euro presenteerde, sprak ABN AMRO met HVB, vertelt Groenink. „Natuurlijk zijn we teleurgesteld dat we geen echte kans hebben gehad.” HVB werd vooral interessant gevonden vanwege de sterke positie in het welvarende Beieren.