DNB positief over stevige economie
„De wereldeconomie en het financiële stelsel zijn schokbestendig gebleken.” In het dinsdag verschenen jaarverslag brengt De Nederlandsche Bank (DNB) dit in verband met opgebouwde buffers en de lessen die werden getrokken uit eerdere crises. „Maar er zijn nog steeds neerwaartse risico’s.”
De soepele introductie van de euro geeft DNB-president Wellink reden tot een tevreden terugblik. Erkenning van het inflatoire effect is er ook. Enige prijsstijging is begrijpelijk. „Het bedrijfsleven heeft immers aanzienlijke kosten moeten maken en een deel van deze kosten wordt, mede afhankelijk van de marktomstandigheden, op een goed moment in de prijzen doorberekend. Daarnaast zal er in een aantal gevallen opwaarts zijn afgerond.”
Binnenkort gaat DNB een vervolgonderzoek verrichten naar eurogerelateerde prijsstijgingen. „Bedacht moet overigens worden, dat het hier om een in beginsel eenmalig prijseffect gaat en dat op de wat langere termijn door de toegenomen doorzichtigheid van de markt een neerwaartse prijsdruk ontstaat, die de eerdere, opwaartse significant kan overtreffen.”
Vanzelfsprekend besteedt het jaarverslag aandacht aan de neergang in de economie. De voorzichtige vaststelling dat de huidige groeivertraging „aan de milde kant” lijkt te zijn, is van toepassing op de Verenigde Staten en Europa. In het Verre Oosten gaat het minder goed.
Volgens DNB hebben de consumenten door hun bestedingen op peil te houden, voorkomen dat Amerika en Europa in een echte recessie zijn beland. Het vertrouwen bleef intact, dankzij een geslaagde combinatie van monetair en budgettair beleid, afnemende inflatie en een afdoende reactie op de terreurdaden van september. Het is nu wel zaak de budgettaire discipline te handhaven, maant Wellink de regeringen van de eurolanden.
Er is volgens DNB meer nodig dan zuinig kasbeheer. De almaar groeiende achterstand in prestaties van de Europese economie ten opzichte van de Amerikaanse schreeuwt om structurele hervormingen. „Dit is geen vrome, onverplichtende mantra, maar een dringende en spoedeisende noodzaak, wil Europa haar werkloosheid (die schommelt in een bandbreedte van 8 procent en 12 procent) naar een economisch en maatschappelijk meer aanvaardbaar niveau kunnen brengen.”
Voor Nederland was vorig jaar de pijnlijk hoge inflatie van 5,1 procent een groter probleem dan de werkgelegenheid. Wellink wijst op de negatieve invloed van de arbeidskosten per eenheid product, die hier „aanzienlijk forser” stijgen dan in de rest van de eurozone. Bevriezen van de lonen is, erkent hij, geen realistische benadering. Wel kan een verdere flexibilisering in de CAO’s een „positieve uitwerking” hebben.
Voor Nederland ligt de prioriteit wat DNB betreft komende tijd bij een inhaalslag op het gebied van prijzen en lonen, een verbetering van de arbeidsproductiviteit en aanpak van het fileprobleem. Zo kan een „voortgaande verslechtering” van de concurrentiepositie worden voorkomen. Wellink: „In elk geval is de illusie ontzenuwd dat het in Nederland economisch niet op kan, en staan we weer met beide benen op de grond.”
Wellink vindt ook dat de politiek de vergrijzing van Nederland weer op de agenda moet zetten. Anders dreigt het welvaartsniveau in ons land, en in de rest van Europa, op de lange termijn fors in te zakken. „Van de meisjes die nu geboren worden, bereikt de helft de leeftijd van 100 jaar”, haalde de bankpresident een onderzoek aan. Het percentage 65-plussers zal in vergelijking met de werkende bevolking steeds verder toenemen. „En dat terwijl de werkende bevolking (in elk geval een deel van) de pensioenen moet opbrengen.” Het is daarom volgens Wellink de grootste noodzaak de staatsschuld af te lossen, zodat er meer ruimte overblijft voor het oplossen van de vergrijzingsproblemen en voor de zorg. Verder moet de arbeidsparticipatie toenemen.