De vijf uitdagers van Bakijev blijven heel ver op hem achter.

Volgens de kiescommissie is bijna driekwart van de 2,6 miljoen stemgerechtigden gaan stemmen, ruim boven de 50 procent die vereist is om de stembusgang geldig te verklaren.

De 55–jarige Bakijev trad afgelopen maart aan als interim–president en premier, nadat de zittende president Akajev bij een vrijwel geweldloze revolutie was verjaagd. De nieuwe regering heeft de afgelopen maanden enige moeite gehad de situatie in de ex–Sowjetrepubliek geheel onder controle te brengen, maar de aanloop naar de verkiezingen verliep relatief rustig.

Bij de stembusgang waren honderden waarnemers van onder meer de OVSE en het Europese Parlement aanwezig. Volgens CDA–europarlementariër Albert Jan Maat, de leider van de negen waarnemers uit het Europees Parlement, is de stembusgang „niet vlekkeloos" verlopen, maar wel veel beter dan de parlementsverkiezingen van begin dit jaar. Maat bezocht in totaal achttien stembureau’s in en rond de hoofdstad Bisjkek.

In enkele plaatsen zou er enige druk op mensen zijn uitgeoefend om te gaan stemmen en zouden kiezers met bussen naar stembureau’s zijn vervoerd. Maar de europarlementariër noemt de verkiezingen als geheel een „belangrijke stap voorwaarts" voor Kirgizië.

Maat vindt dat de Europese Unie Kirgizië nu extra steun moet verlenen om de vorderingen die het land heeft gemaakt te bestendigen. Europa moet in Kirgizië, waar de bevolking volgens hem duidelijk heeft gekozen voor stabiliteit, investeren in goed bestuur en economische ontwikkeling en het land helpen de corruptie uit te bannen. Dat kan onder meer door middel van financiële hulp en het verlenen van een betere toegang tot de Europese markt.

De Europese hulp aan Oezbekistan zou moeten worden bevroren, en de focus van de Unie zou moeten liggen bij Kirgizië en Mongolië, de andere ex–Sowjetrepubliek die het relatief goed doet, aldus Maat.