Energierapport: Niet
Het kabinet gaat het tempo van de besparing van energie opvoeren van 1 procent naar 1,5 procent. Het aandeel van duurzame energie in het totale verbruik moet omhoog naar 10 procent in 2020. Alles bij elkaar zorgen de maatregelen in het vrijdag gepresenteerde energierapport er echter niet voor dat de uitstoot van broeikasgas daadwerkelijk afneemt.
Minister Brinkhorst van Economische Zaken spreekt van een „forse beleidsinvestering” op het terrein van energiebesparing en het gebruik van schonere energie.
Toch voldoet Nederland met het vrijdag door het kabinet aanvaarde rapport niet aan de internationale afspraken om de uitstoot van broeikasgas terug te dringen. Nederland is wel bereid om op basis van nieuwe internationale afspraken verdergaande maatregelen te treffen, aldus Brinkhorst.
Het tempo van de voorgenomen energiebesparing ligt op 1,5 procent per jaar. Dat is minder dan de 2 procent waarop de Tweede Kamer had aangedrongen. Het huidige besparingstempo is ongeveer 1 procent en het aandeel duurzame energie, dat omhoog moet naar 10 procent, ligt nu rond 4,5 procent.
Het energierapport staat vooral in het teken van de leveringszekerheid, ofwel het voorzien in onze behoefte terwijl olie en gas steeds schaarser en dus duurder worden.
Op korte termijn is forse besparing van energie noodzakelijk, vindt het kabinet. Minister Brinkhorst ziet hier een belangrijke rol weggelegd voor de bedrijven die energie leveren. Zij moeten maatregelen om energie te besparen gaan uitvoeren bij zowel huishoudens als bedrijven. Zo’n besparing levert een certificaat op waaruit blijkt dat voldaan is aan die verplichting.
Energiebedrijven kunnen er echter ook voor kiezen om die maatregelen niet uit te voeren, maar ze moeten dan wel de benodigde certificaten kopen van een ander bedrijf. Het systeem is enigszins vergelijkbaar met de handel in emissierechten tussen bedrijven die moeten voldoen aan beperking van de uitstoot van broeikasgas.
Het kabinet gaat bovendien meer werk maken van de verplichting in milieuvergunningen om maatregelen te treffen die zichzelf binnen vijf jaar terugverdienen. Dit wordt nu niet strikt nageleefd.
Ook worden maatregelen rond verkeer en vervoer in het vooruitzicht gesteld. Die regels worden nog uitgewerkt in een nieuwe nota.
Het aandeel kernenergie in het totale energieverbruik mag van het kabinet toenemen. Gebruik van deze vorm van energie maakt minder afhankelijk van olie en gas en leidt niet tot extra uitstoot van broeikasgas. Toch liggen „investeringen in nieuwe kerncentrales in Nederland om praktische redenen minder voor de hand.”
De milieubeweging reageerde gisteravond uitermate kritisch op het energierapport. Directeur De Rijk van Stichting Natuur en Milieu noemt de voorgestelde maatregelen teleurstellend en vindt het storend dat de deur naar kernenergie verder wordt opengezet. Het kabinet laat volgens haar de mogelijkheden voor energiebesparing onbenut.
Greenpeace stuit het tegen de borst dat Nederland niet langer het goede voorbeeld wil geven bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De afwachtende rol die het kabinet wat dat betreft internationaal wil innemen, baart de organisatie zorgen. „Het is echt een keerpunt. Het klinkt bijna alsof we de lijn van Bush gaan volgen”, meent J. Thijsse van de milieuorganisatie.
Volgens VNO-NCW heeft het kabinet in het energierapport te weinig oog voor de positie van het internationale bedrijfsleven. De werkgeversorganisatie steunt niet het opzetten van verhandelbare certificaten om energie te besparen, omdat dit zal leiden tot meer bureaucratie.
Ook is het volgens VNO-NCW onzeker of het nodig is de milieudoelen te halen. De organisatie is blij dat het kabinet ook in de toekomst ruimte wil bieden aan kernenergie.