Doden in Colombia bij straatgevechten
Aan de vooravond van de presidentsverkiezingen zijn dinsdag bij zware straatgevechten tussen het Colombiaanse leger en linkse rebellen negen mensen om het leven gekomen en zo’n dertig gewonden gevallen.
De gevechten begonnen toen honderden militairen en agenten een sloppenwijk in de tweede stad van het land, Medellin, binnenvielen op zoek naar rebellen. Onder de doden waren twee meisjes van twee en vier jaar oud.
De overige zeven doden waren volgens de politie rebellen. Maar burgers brachten een oude man naar een ziekenhuis die in de kogelregen was omgekomen. „Kijk, het is gewoon een oude man”, zei een van de burgers, die een deken weg sloeg en het lichaam aan een cameraman toonde.
Militairen en agenten zochten dekking in de stegen terwijl zij van alle kanten onder vuur werden genomen. Volgens mensenrechtengroepen namen militaire helikopters de wijk onder vuur, een claim die door de autoriteiten werd tegengesproken. Het waren de zwaarste straatgevechten in de al 38 jaar durende burgeroorlog.
Bij de actie werd gezocht naar de stedelijke cellen van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) en het kleinere Nationaal Bevrijdingsleger (ELN), die beiden sterk vertegenwoordigd zijn in Medellin, 250 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Bogotá. Een legercommandant zei dat belangrijke ELN-leden waren opgepakt en een communicatiecentrale van de beweging was ontmanteld.
De Verenigde Naties hebben dinsdag zowel de regering als de rebellen de schuld gegeven van de massamoord op 119 mensen eerder deze maand in een kerk in het afgelegen noordwesten.
In een rapport over de slachtpartij in Bojaya concluderen onderzoekers van de hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN dat FARC-rebellen de meeste schuld dragen, maar krijgt ook de regering ervan langs omdat militairen niets ondernamen om paramilitaire groepen buiten het afgelegen stadje te houden. De paramilitaire groepen begonnen het gevecht, dat eindigde met de beschieting van de kerk waar de angstige inwoners toevlucht hadden gezocht.
Volgens mensenrechtengroepen werken delen van het Colombiaanse leger samen met paramilitaire eenheden. De VN stelde dat de regering nalatig was omdat er lang voor de massamoord al was gewaarschuwd voor de paramilitaire groepen in de buurt.