Commissie wil Europeaan in waterstofauto
Binnen vijftien jaar zullen er in Europa vijf tot tien miljoen voertuigen op waterstof rijden. Dat heeft eurocommissaris Potocnik donderdag in Petten gezegd. Als consumenten worden aangemoedigd om een dergelijke energievriendelijke auto aan te schaffen, rijden er twintig jaar later honderd miljoen rond, voorziet Potocnik.
De eurocommissaris voor Wetenschap sprak in Petten tijdens de opening van een testcentrum voor waterstof en brandstofcellen. Hij stelde vast dat Europa afhankelijk is geworden van de import van energiebronnen. Momenteel wordt de helft van de energie geïmporteerd, over 25 jaar zal dat 70 procent zijn.
De Europese Unie is erg opgetogen over de mogelijkheden van waterstof. Potocnik spreekt al van een waterstofeconomie, als een van de doelstellingen van het langetermijnbeleid van de EU. Gecombineerd met brandstofceltechnologie kan waterstof worden aangewend om elektriciteit op te wekken. Die is schoon, want na gebruik is water het enige dat je overhoudt.
Voordat waterstof de massamarkt op gaat, is er nog zeker tien jaar onderzoek nodig. In het nu lopende programma heeft de EU 275 miljoen euro voor onderzoek naar waterstof en brandstofceltechnologie uitgetrokken. Potocnik had dat bedrag in Petten niet paraat. „Maar het is wel duidelijk dat we meer moeten investeren", zei hij. De Eurocommissaris dacht daarbij vooral aan Japan en de Verenigde Staten, de concurrenten op de wereldmarkt.
Uit gegevens van het olieconcern BP blijkt dat bij het huidige energieverbruik nog voor 42 jaar olie is, voor 75 jaar gas en voor 200 jaar steenkool. Maar de kosten om deze energiebronnen aan te boren, worden steeds hoger. Ook voor concurrent Shell is de zoektocht naar nieuwe olievelden en de ontginning daarvan steeds kostbaarder. Om die reden mikken beide bedrijven ook op alternatieven voor de fossiele brandstoffen. Bestuursvoorzitter Van der Veer van Shell zei onlangs te verwachten dat bij voorbeeld zonne–energie en waterstof rendabel zullen worden. Al hield hij daarbij wat slagen om de arm. Net als Potocnik denkt Van der Veer dat rond 2020 daarover zekerheid is verkregen.