EU is aan nieuw leiderschap toe
Wie haalt de EU uit de crisis? Opeens staat alles ter discussie en is niets meer vanzelfsprekend: de verdere eenwording, de voorziene uitbreiding, het landbouwbeleid, het sociale model. Kortom, het Europese project wacht een grondige herijking.
Het zal heel veel stuurmanskunst vergen om de komende tijd in deze situatie de juiste koers te vinden. De Unie heeft dan ook vooral behoefte aan verstandig leiderschap, dat goed luistert naar wat er leeft onder de mensen en dat niet voor de troepen uit marcheert.
Het nee bij de referenda over de grondwet in Frankrijk en Nederland trekt diepere sporen dan menigeen wellicht vermoedde. Gewoon de weg vervolgen, alsof er niets is gebeurd, ”business as usual”, zoals het heet - Chirac, Schröder, Juncker, Barroso: ze hadden het graag gewild en ze hebben het nadrukkelijk gepropageerd. Ze weten inmiddels beter. Sluimerend ongenoegen onder de bevolking en traditionele tegenstellingen tussen de lidstaten zijn voluit aan de oppervlakte getreden.
De EU verkeert in verwarring. De regeringsaanvoerders konden op hun top van half juni dan ook weinig anders dan een denkpauze, een periode van reflectie, afkondigen. Maar hoe krijgt die bezinning, met daarbij de onmisbare bijdrage van de burger, gestalte? Hoe organiseren zij het beoogde brede debat? We hebben daarover tot dusver nauwelijks iets gehoord. Wie neemt het voortouw?
Reputaties binnen de machtsverhoudingen zijn ernstig beschadigd. Van Schröder en Chirac mogen we niets meer verwachten. Zij hebben in eigen land alle krediet verloren en in Europa hullen zij zich in een aandoenlijk stilzwijgen. De afgelopen weken is van hun kant geen enkel verfrissend idee naar voren gebracht. Zij blijven steken in het verleden.
Hun aanwezigheid heeft eerder een verlammend dan een stimulerend effect. Merkel en Sarkozy maken zich op om hen, respectievelijk in Berlijn en Parijs, af te lossen. Chirac lijkt echter niet van zins vroegtijdig te vertrekken. Hij zit er waarschijnlijk nog tot de verkiezingen in 2007, en dat betekent voor de EU een niet erg aanlokkelijk perspectief.
Ondertussen ruikt Blair zijn kans. Ook hij behoort weliswaar tot de gevestigde generatie van Europese leiders, maar nog nooit was het klimaat voor hem zo gunstig als nu om het initiatief te grijpen en te proberen vanuit de Britse denkbeelden een zwaar stempel te drukken op het integratieproces.
De eerste successen heeft hij al geboekt. De resterende referenda over de constitutie zijn in de meeste landen opgeschort, zoals door hem als een van de weinigen onmiddellijk na de uitslag in Frankrijk werd bepleit. En op de thuisbasis, in het Verenigd Koninkrijk, prijst vriend en vijand zijn huidige opstelling binnen de Unie. Sommige kranten herinneren aan het tijdperk van Margaret Tatcher, de ijzeren dame die als het nodig was in Brussel met de vuist op tafel sloeg.
De economie krijgt van Blair, die sinds 1 juli als voorzitter van de EU fungeert, alle prioriteit. De grondwet kan wel even wachten. Hij wenst eerst drastische hervormingen, om niet verder achterop te raken in de mondiale concurrentieslag. Niet krampachtig vasthouden aan beschermende verworvenheden, want wat heb je aan een sociaal model dat niet werkt, zo beklemtoont hij; dat misschien wel tijdelijk banen redt, maar dat op den duur resulteert in stagnerende welvaart. Hij heeft voorlopig het gelijk aan zijn zijde. Groot-Brittannië presteert qua groei en werkgelegenheid de laatste jaren immers aanmerkelijk beter dan het continent. We kijken uit naar zijn concrete plannen, want die ontbreken tot nu toe.
Blair werpt zich op als de restaurateur van de Unie en stelt zich kandidaat voor het nieuwe leiderschap. Mogelijk gokt hij erop de uitdagingen straks aan te gaan samen met Merkel, als een krachtige tandem die de EU de weg wijst. Lukt dat, dan dreigt voor Chirac op zijn oude dag het Europese isolement.
A. A. C. de Rooij