Weens onderzoek naar president Iran
Oostenrijk is een onderzoek begonnen naar de rol van de nieuwgekozen Iraanse president Mahmud Ahmadinejad bij de moord op een Koerdische leider in 1989 in Wenen. Dit heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken dinsdag laten weten.
Volgens een zegsman gaat de Oostenrijkse dienst voor bestrijding van terrorisme de zaak onderzoeken, maar hij weigerde verder op de details in te gaan.
De woordvoerder veiligheidszaken van de Oostenrijkse Groenen, Peter Pilz, zei dat er „geloofwaardig bewijs” is dat Ahmadinejad bij de moord op de Koerdische oppositieleider Abdul Rahman Ghassemlou en twee van zijn medewerkers in Wenen was betrokken. Volgens Pilz wordt ook de rol van de vroegere Iraanse president Akbar Hashemi Rafsanjani onderzocht.
De zaak heeft tot een diplomatieke rel met Iran geleid. De Oostenrijkse ambassadeur in Teheran werd op het ministerie van Buitenlandse Zaken ontboden om een protestnota in ontvangst te nemen. Het ministerie beschuldigde Wenen ervan de lijn van Washington slaafs te volgen en waarschuwde dat de goede betrekkingen tussen de twee landen niet mogen worden verstoord „door de aantijgingen van zionistische elementen”, aldus de Iraanse televisie.
Ghassemlou was de leider van de Democratische Partij van Koerdistan, een Iraanse oppositiepartij die door de autoriteiten in Teheran was verboden. Pilz overhandigde onlangs een dossier over de moord op Ghassemlou aan de dienst voor de bestrijding van terrorisme. Die stelde het ter hand van de openbaar aanklager en die heeft het onderzoek gelast.
In het dossier staan onder meer verklaringen van een Iraanse journalist die Pilz in mei in het Franse Versailles heeft ontmoet. De journalist vertelde dat hij gedetailleerde verklaringen heeft gekregen van een voormalig lid van het moordcommando, generaal Nasser Taghipoor van de paramilitaire organisatie Pasdaran, die na de islamitische revolutie van 1979 is opgericht.
De opdracht tot de moord zou zijn gegeven door Rafsanjani. Ahmadinejad zou via het Iraanse consulaat in Wenen wapens aan de moordenaars hebben overhandigd. De leden van het moordcommando zouden na de moord op Ghassemlou in het consulaat zijn ondergedoken en na enige tijd naar Iran zijn teruggekeerd. Taghipoor overleed drie jaar geleden. De journalist gelooft zijn verklaring omdat hij details wist te vertellen die alleen maar bekend waren bij degenen die op de plaats van de moord waren.