Bittere nasleep van de apartheid
Titel:
”Bittere vruchten”
Auteur: Achmat Dangor
Uitgeverij: Cossee, Amsterdam, 2005
ISBN 90 5936 070 2
Pagina’s: 320
Prijs: € 19,90. Op de stofomslag van de roman ”Bittere vruchten” van de Zuid-Afrikaanse schrijver Achmat Dangor (geb. 1948) zien we een opengesneden passievrucht. De roman moet daarom iets te maken hebben met passie, met lijden en pijn.
Wat dat lijden precies inhoudt, hoort de lezer al in het eerste hoofdstuk. Lydia Ali, de vrouw van de kleurling Silas Ali is tijdens de apartheidsjaren verkracht door luitenant Du Boise van de Zuid-Afrikaanse politie. Deze gruwel heeft haar leven grondig veranderd. Ze is vanaf die dag haar levensgeluk kwijt. Zonder twijfel houdt ze van het kind dat het gevolg is van de verkrachting. Maar deze Michael is ook een voortdurende herinnering aan de vernedering en de daarop volgende verwijdering tussen haar en haar man Silas.
”Bittere vruchten” gaat oppervlakkig gezien over de lange arm van de geschiedenis en over het venijn van het menselijk geheugen. Tijdens de apartheid was Silas bij ondergrondse verzetsactiviteiten betrokken. Daarover had hij Lydia niets verteld. Daarmee nam hij risico’s voor zichzelf én voor haar.
Na de overgang naar een democratisch Zuid-Afrika kreeg Silas een hoge baan als voorlichter van een minister. De fleur van zijn leven is echter voorgoed verdwenen. De hooggestemde revolutionaire verwachtingen zijn niet uitgekomen. Silas wijt dat aan het ongestoord voortgaan van de oude bezitsverhoudingen in Zuid-Afrika.
Deze verklaring is echter kortzichtig. Er is een enorme leegte in hemzelf en deze leegte is niet alleen maar een product van de apartheid. Het ontbreken van zin in het leven van Lydia en Silas heeft in laatste instantie met hun geestelijke armoede te maken. Hij heeft verzuimd om over de levenszin in relatie tot God na te denken, als „een halfhartige Nederduitse protestant.” Over Lydia zegt de verteller: „Lydia is een vurig katholiek, altijd geweest, hoewel ze zwijgt over haar geloofsbeleving, die ze nooit aan de grote klok hangt. Jezus de Verlosser beschouwt ze als redding voor zich alleen.”
Degene die hiervan het slachtoffer is, is zoon Michael, ook wel Mickey genaamd. Mickey is als „kerstmis-christen” opgegroeid: „Vier die ene glorierijke dag en je draagt je christelijke naam met recht en reden. (…) Geen wonder dat in zijn hoofd de stem van God niet wil opklinken.” De naam Jezus is bij hen een stopwoord geworden. Mickey zoekt het geluk aanvankelijk in het seksuele verkeer met oudere vrouwen. Later vindt hij zijn heil in een islamitische gemeenschap die criminele trekjes vertoont en een nieuwe ondergrondse beweging lijkt te zijn.
”Bittere vruchten” wekt als roman de indruk van belang te zijn, omdat hij iets zegt over de psychische gesteldheid van de revolutionairen van toen in het postrevolutionaire Zuid-Afrika van nu. Achmat Dangor heeft een oprechte poging gedaan om de verteller vanuit de hoofdpersonages te laten denken.
Maar de dialogen zijn vaak bijzonder houterig en gekunsteld. Door veel aandacht aan de alledaagse relaties met de familieleden van Lydia te wijden, krijgt de roman zelfs af en toe trekjes van een Engelse tv-serie als ”Keeping up appearances”. Ondanks de zwaarte van die verschrikkelijke dag met het machtsmisbruik door de politie lukt het de roman maar niet om het probleem van de overgang van revolutie naar stabiliteit werkelijk tastbaar te maken.
In ieder geval weten we dat de in Genève bij de Verenigde Naties werkzame auteur niet optimistisch gestemd is over het huidige Zuid-Afrika.