„G-8 kunnen verandering klimaat niet tegenhouden”
Verwacht niet te veel van de G-8-top als het om klimaatverandering gaat. De grote industrielanden zijn het niet eens over concrete maatregelen, en zelfs als die er onverhoopt toch komen, zal de aarde nog een hele tijd blijven opwarmen.
Dat zegt Rajendra K. Pachauri, de voorzitter van het gezaghebbende Intergouvernementeel Platform Klimaatverandering van de VN.
Groot-Brittannië heeft van klimaatverandering een van de twee hoofdthema’s van de bijeenkomst gemaakt. Maar „als de leiders van de machtigste landen op aarde beslissen het probleem op de agenda te houden, zou dat al een heel positief resultaat zijn”, oordeelt Pachauri. Volgens hem „moet er heel veel gebeuren ná de top.”
Later dit jaar beginnen in de Verenigde Naties moeilijke onderhandelingen over de toekomst van het Kyoto-protocol. De eerste fase van dat internationale verdrag om het broeikasprobleem aan banden te leggen, verplicht de deelnemende industrielanden hun uitstoot van broeikasgassen tegen 2012 met gemiddeld 5,2 procent te verminderen in vergelijking met 1990.
De VS zijn buiten die afspraak gebleven, en de Amerikaanse president George W. Bush heeft al laten weten dat hij in Gleneagles niets zal ondertekenen dat ook maar in de verste verte op Kyoto lijkt.
De Amerikanen eisen dat economisch sterke ontwikkelingslanden als China, India en Mexico ook een rem zetten op hun uitstoot van gassen als CO2 en methaan. De druk op die landen neemt toe om in een eventuele tweede fase van het protocol ook uitstootbeperkingen te aanvaarden.
Vorige maand brak Ken Newcombe, de belangrijkste adviseur van de Wereldbank inzake duurzame ontwikkeling, ook een lans daarvoor.
Maar Pachauri ziet er geen reden voor. „Historisch gezien zijn het de industrielanden die het probleem hebben veroorzaakt. En per inwoner stoten China, India en andere ontwikkelingslanden maar een fractie van de broeikasgassen uit die de rijke landen in de lucht blazen. Er is dan ook geen basis om China en India hetzelfde regime op te leggen.”
Pachauri vindt dat de rijke landen vooral werk moeten maken van de overdracht van technologie die ontwikkelingslanden kan helpen minder broeikasgassen te produceren. „Ze kunnen daar investeringen of financiële hulp voor zoeken en ook de uitwisseling tussen onderzoekers en beleidsmakers bevorderen. We moeten een samenwerkingsmechanisme opzetten om dat in de hand te werken”, aldus Pachauri.
Volgens de klimaatexpert zullen ook nieuwe maatregelen tegen de klimaatverandering maar een beperkt effect hebben. „De klimaatverandering is voorgoed. Zelfs als de wereld heel ambitieuze stappen zet om het teveel aan broeikasgassen te doen verdwijnen, dan nog zorgt de traagheid van het systeem ervoor dat het klimaat blijft veranderen. We moeten op zoek naar manieren om de gevolgen van die veranderingen tegen te gaan.”