Opinie

Extern toezicht op accountants nodig

In het RD van dinsdag 28 juni schreef NOvAA-voorzitter P. D. Bosschart AA dat de onafhankelijkheid van de accountant gevaar loopt door de nieuwe Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA). Arie Hak RA

5 July 2005 10:05Gewijzigd op 14 November 2020 02:43
„Tot op heden was het toezicht voorbehouden aan het Nivra en de NOvAA. Bosschart gaat in zijn artikel geheel voorbij aan het gegeven dat toezicht door de eigen organisaties in het verleden beursfraudes niet heeft kunnen voorkomen.” Foto ANP
„Tot op heden was het toezicht voorbehouden aan het Nivra en de NOvAA. Bosschart gaat in zijn artikel geheel voorbij aan het gegeven dat toezicht door de eigen organisaties in het verleden beursfraudes niet heeft kunnen voorkomen.” Foto ANP

reageert dat deze stellingname kan bijdragen aan verwarring onder accountants en bij bedrijven in het mkb-segment. De nieuwe Wet toezicht accountantsorganisaties (WTA) is voortgekomen uit enkele grote beursfraudes. Daardoor is het besef ontstaan dat het goed is als er extern toezicht wordt uitgeoefend op accountants. Door strenger extern toezicht moet de WTA bijdragen aan herstel van vertrouwen van het publiek in ons financiële stelsel en van accountants. Extern toezicht volgens de WTA beperkt zich tot beursgenoteerde ondernemingen en wettelijk verplichte controles.

Tot op heden was het toezicht voorbehouden aan het Nivra en de NOvAA. Bosschart gaat in zijn artikel geheel voorbij aan het gegeven dat toezicht door de eigen organisaties in het verleden beursfraudes niet heeft kunnen voorkomen. De WTA regelt dat het externe toezicht voortaan wordt uitgeoefend door de Autoriteit Financiele Markten (AFM).

Tuchtrechter
Door de WTA wordt gerealiseerd dat normgeving voor het accountantsberoep wordt gescheiden van toezicht op de naleving van deze normen (AFM), voorzover het gaat om wettelijk gereguleerde controlewerkzaamheden. Indien een accountant zich niet aan deze normen houdt, kunnen zowel de AFM als de beroepsorganisaties zich wenden tot de tuchtrechter bij de rechtbank in Zwolle.

Die kan sancties opleggen indien daartoe aanleiding is. We kunnen dus stellen dat door de WTA de scheiding van regelgeving, controle op de naleving en sancties voor het eerst in de geschiedenis echt worden geregeld. De zelfregulering door de beroepsgroep heeft in het verleden ruimte gelaten voor onvoldoende onafhankelijkheid, waardoor excessen zijn ontstaan. Door de WTA zullen accountants voortaan scherper letten op hun onafhankelijke positie.

Voor alle niet-controleactiviteiten blijft het toezicht zoals het was, door het NIVRA en de NOvAA. Als de heer Bosschart stelt dat door de nieuwe wet het overige toezicht niet meer wettelijk is gewaarborgd, dan is dat een misvatting. Het NIVRA en de NOvAA zijn publiekrechtelijke organisaties waarvan de verordeningen, en dus ook het toezicht op alle overige accountantswerkzaamheden, kracht van wet hebben. De WTA voegt daar het externe toezicht op de wettelijke controles aan toe.

Blijkbaar ziet Bosschart voor de toekomst geen taak voor de NOvAA in het toezicht op de overige werkzaamheden. Of moet de conclusie zijn dat dit toezicht geen betekenis heeft en dat het goed is dat er een WTA is gekomen? Zo kan de visie van de voorzitter van de NOvAA worden tot ”self-fulfilling prophecy”. De wettelijke borging van het accountantsberoep blijft. En dat zal zo blijven zolang de beroepsorganisaties hun taken goed blijven vervullen en goede normen voor het beroep blijven ontwikkelen.

De toetreding tot de markt van accountants wordt gegarandeerd door minister Zalm. Alle accountantskantoren kunnen een vergunning krijgen. Het onderscheid zit in het toezicht. Accountantskantoren die grote beursgenoteerde ondernemingen controleren, zullen zijn onderworpen aan het zwaardere toezichtregime van de AFM. Het argument van Bosschart dat de onafhankelijkheid van de accountant onder druk staat doordat de vergunning wordt verstrekt aan het accountantskantoor in plaats van aan de accountant zelf, snijdt geen hout. Ook de alleen werkende accountant drijft een onderneming en kan gewoon een vergunning krijgen van de AFM. Natuurlijk staat het een accountantskantoor vrij om geen vergunning aan te vragen, maar dat is dan een strategische keuze van het kantoor zelf.

Kwaliteitskeurmerk
Het is voor de accountant in het mkb-segment belangrijk alle werkzaamheden op een kwalitatief hoog niveau uit te voeren. Indien het NIVRA en de NOvAA in belang zullen afnemen, zoals Bosschart stelt, zal het belang van een alternatief keurmerk voor de mkb-accountant toenemen.

De toekomst van het beroep is en blijft echter voor een belangrijk deel in handen van de beroepsorganisaties. Het is daarom wenselijk dat Bosschart zal nadenken over de bijdrage aan het beroep in de toekomst. Alleen daarmee zijn alle accountants gediend. Als hieraan geen invulling kan worden gegeven, kan de NOvAA zichzelf beter opheffen.

De auteur is partner bij Hak en Baak, Accountants en Belastingadviseurs te Sliedrecht en voorzitter van SRA, de organisatie van Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer