Generaal b.d. Kitti Rattanachaya, veiligheidsadviseur van de regering in Bangkok, heeft dit maandag gezegd. Kitty waarschuwt de regering dat onderschatting van het gevaar kan leiden tot verslechtering van de situatie.

„Achttien maanden nadat de regering een groot aantal militairen in de regio stationeerde, wordt de situatie slechter”, zegt Kitty, die als generaal in de jaren ’90 waakte over de veiligheid in Zuid-Thailand. „De separatistische beweging heeft de volledige controle over het volk. Alleen de grond behoort ons toe. Het volk is voor 100 procent van de beweging.”

De rebellie brak begin vorig jaar uit en heeft sindsdien aan ruim 880 mensen het leven gekost. Het lijkt een hervatting van de activiteiten van een separatistische moslimbeweging die decennialang een gewapende strijd voerde in Zuid-Thailand, voordat zij eind jaren ’80 inging op een amnestieaanbod. De strijd beperkt zich tot de drie zuidelijke provincies Narathiwat, Pattani en Yala, waar de overgrote meerderheid van de bevolking uit moslims bestaat. Thailand is overwegend boeddhistisch.

De moslimrebellen hebben veel van de 7000 wapens buit gemaakt bij overvallen op kazernes, zoals die op 4 januari 2004, toen een groep rebellen een kazerne in Narathiwat overviel, vier militairen doodde en 400 wapens meenam. De overval was voor de regering aanleiding om 50.000 manschappen in de regio te legeren.

Kitty’s inschatting staat haaks op die van minister van Defensie Thammarak Isarangura, die meent dat de situatie steeds meer onder controle komt. „Het wordt rustiger. In enkele gebieden zijn de dagelijkse aanvallen op onschuldigen afgenomen met 50 procent”, aldus Thammarak.