Verkiezingen in Albanië: één dode
Bij de parlementsverkiezingen in Albanië is zondag een dode gevallen. Een medewerker van een stembureau die in de hoofdstad Tirana was neergeschoten, overleed in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. Op veel plaatsen in Albanië zijn de stemlokalen langer opengebleven, omdat er nog duizenden kiezers in de rij stonden.
Het particuliere televisiestation TV Klan meldde op basis van peilingen bij de stembureaus dat de Democratische Partij van oppositieleider Sali Berisha in elf kiesdistricten -van de honderd in totaal- aan de leiding ging. De Socialistische Partij van premier Fatos Nano zou in vier districten aan kop gaan. Berisha maande zijn aanhangers de overwinning pas te vieren als er meer duidelijkheid is. Gramoz Ruci van de Socialisten noemde de televisieprognoses „belachelijk.”
De verkiezingen van zondag waren voor Albanië een nieuwe kans om te laten zien dat het vijftien jaar na de val van het communisme klaar is voor het felbegeerde lidmaatschap van de NAVO en de Europese Unie. Eerdere verkiezingen in Albanië gingen steeds gepaard met fraude en andere onregelmatigheden.
Ongeveer 500 buitenlandse waarnemers hielden een oogje in het zeil, naast 4000 Albanese waarnemers. Opiniepeilingen wezen op een nek-aan-nekrace tussen Nano en Berisha. Mogelijk is de winnaar van de verkiezingen gedwongen een coalitie aan te gaan. De partij van oud-premier Ilir Meta, die zich vorig jaar van de Socialisten heeft afgekeerd, kan daarbij de sleutel voor een parlementaire meerderheid in handen hebben.
Zo’n 2800 kandidaten van twintig verschillende partijen streden in honderd districten om een zetel in het parlement. De veertig overige zetels worden toegewezen op basis van behaalde percentages van de stemmen. Ongeveer 2,8 miljoen Albanezen mochten zondag hun stem uitbrengen. De officiële resultaten worden maandag aan het eind van de dag verwacht.