Afloop ID-debat neemt verontrusting niet weg
De ministers zullen wel blij zijn nu de Kamer op reces is. Acht weken lang niet naar het Binnenhof om kamervragen te beantwoorden, voorlopig geen nachtelijke debatten meer en geen torentjesoverleg. Nog even hard doorwerken op het eigen departement en dan heerlijk op vakantie.
Een rustperiode lijkt voor het kabinet dringend gewenst. Het huis van de coalitie vertoont de laatste weken immers diverse scheurtjes. VVD-leider Van Aartsen geeft premier Balkenende de schuld van de mislukte campagne voor de EU-grondwet. CDA-fractievoorzitter Verhagen haalt op zijn beurt uit naar Van Aartsen. Zo nemen de onderlinge irritaties toe, ook al omdat men het niet eens kan worden over de hervormingsagenda van minister Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing. Krijgen we, zo kort na het vertrek van De Graaf, opnieuw een crisisje rond het thema staatsrechtelijke veranderingen?
Dat de coalitie wat zenuwachtig wordt, is paradoxaal genoeg een gevolg van haar succes. Nu de WAO hervormd is, het zorgstelsel aangepast en het omroepbestel gereorganiseerd, kijkt het kabinet enigszins verdwaasd om zich heen: Wat zullen we de komende twee jaar nog eens gaan doen? Een piezelig klein beetje bestuurlijke vernieuwing? Een nieuwe visie op Europa ontwikkelen? Dat houdt enkele ministers tijdelijk van de straat, maar het is niet bepaald dé gemeenschappelijke agenda waar CDA, VVD en D66 op zitten te wachten om nog twee jaar eensgezind te kunnen doorregeren.
Juist nu er op sociaal-economisch gebied en ten aanzien van de veiligheid veel bereikt is -de terreinen waarop de drie partijen het erg eens waren-, komt pijnlijk aan het licht dat het dieper liggende fundament van deze coalitie niet zo hecht is. Door het binnenhalen van D66 heeft het CDA het zich twee jaar geleden bijzonder moeilijk gemaakt als het gaat om levensbeschouwelijke thema’s. Door met de VVD én met D66 te gaan regeren, hebben de christen-democraten welbewust een flink stuk paarse geest in huis gehaald, waar men bij tijden goed last van heeft.
Dat bleek deze week duidelijk in het debat over Intelligent Design (ID). Want wat heeft minister Van der Hoeven van Onderwijs vier maanden geleden op haar weblog nu eigenlijk gezegd? Toch niet veel meer dan dat zij enige sympathie koestert voor de gedachte van de ID-leer en dat het haar goed lijkt om evolutieaanhangers en ID-aanhangers eens met elkaar te laten praten.
Maar deze voorzichtige suggestie was voor D66 voldoende om in woede te ontsteken. En zo zagen we het beeld van een vijfde colonne, die het alleenrecht van de evolutietheorie zo belangrijk vond dat hij zich probeerde te verbinden met de vijand van buiten, te weten de linkse oppositie. Mede dankzij de verstandige opstelling van de PvdA werd het vuurtje snel gedoofd en blijft de schepping vooralsnog in de eindtermen van het vak biologie staan. Aanval afgewend.
Toch zijn er voor christelijk Nederland meerdere redenen om over dit incident verontrust te blíjven. De eerste is de argumentatie waarmee Balkenende en Van der Hoeven de kritiek van D66-kamerlid Bakker pareerden. Zij deden dat niet door het gelijkrecht van de scheppingsleer naast de evolutieleer te verdedigen. Nee, de evolutieleer is leidend, aldus de bewindslieden. Het scheppingsverhaal moet in biologielessen ingebracht worden om de leerlingen de evolutieleer beter te laten begrijpen. Immers, de betekenis van Galileï begrijp je toch ook niet als je niet weet welke theorieën over de aarde en zon aan zijn inzichten voorafgingen? Cynisch gezegd: de scheppingsleer als duistere achtergrond van de verlichte wetenschap.
De tweede reden tot blijvende verontrusting is dat de afloop van het debat een voorlopige afloop is. De achterliggende weken werd duidelijk dat er in principe een kamermeerderheid voor is te vinden om de leer van de schepping weliswaar nog niet geheel naar het privé-terrein te verbannen, maar dan toch wel van de biologieles naar de godsdienstles en dus -in de visie van de seculieren- van het rijk der feiten naar het rijk der fabelen.
Het is waar, Van der Hoeven en Balkenende kunnen tevreden zijn. Zij wilden debat uitlokken, en hebben debat gekregen. En dat zonder politiek gezichtsverlies.
Maar de andere kant is dat ook dit debat weer de trend in politiek en maatschappij heeft blootgelegd om godsdienst geheel uit het publieke domein te willen verbannen. Illustratief was in dit licht een vraag van SP-kamerlid Vergeer. Of het in de visie van het kabinet geoorloofd is dat een docent in de biologieles de scheppingsleer superieur noemt aan de evolutietheorie? Het is deze trant van denken die tot blijvende waakzaamheid noopt. Omdat het eindpunt ervan nog niet in zicht is.