Nog lang geen consensus bereikt over hervorming VN
De diplomatieke slag over de hervorming van de Verenigde Naties is wel in volle gang, maar het eind is nog niet in zicht. Per dag staan de zaken er weer anders voor. De tijd gaat echter dringen, want de regeringsleiders van de 191 lidstaten moeten tijdens een top in september een beslissing nemen.
Het heetste hangijzer is de uitbreiding van de VN-Veiligheidsraad, zo bleek gisteren tijdens de internationale conferentie ”Institutionele hervorming” in het Kurhaus in Scheveningen.
Tijdens zijn openingstoespraak toonde minister Bot van Buitenlandse Zaken zich positief over de kansen voor een mensenrechtenraad in de VN. „De meeste lidstaten beschouwen de huidige commissie voor de mensenrechten als gepolitiseerd en selectief in haar werk.” Uit diverse bronnen blijkt dat er steun is voor de vervanging van de commissie door een nieuwe raad, die op hetzelfde niveau komt als de Veiligheidsraad.
De hervorming van de Veiligheidsraad zelf staat echter „al jaren op de internationale politieke agenda”, aldus Bot. „Maar het is zo’n politiek beladen onderwerp dat hierover een permanente patstelling bestaat.”
Het debat over de Veiligheidsraad kwam de laatste jaren in een stroomversnelling door de crisis rond Irak. De Amerikanen en Britten vochten toen voor een resolutie waarin de raad ruimte zou geven aan militair optreden tegen het regime van Saddam Hussein.
De raad bestaat uit vijftien lidstaten. Tien ervan wisselen elke twee jaar. Maar de vijf ’grootmachten’ uit de Tweede Wereldoorlog hebben een permanente zetel (Verenigde Staten, Groot-Brittannië, China, Frankrijk en Rusland). Vooral het vetorecht van de permanente leden leidt tot veel discussie.
De verdeeldheid over een andere inrichting van de Veiligheidsraad is zo groot, dat zelfs een commissie van wijze mannen (”high level panel”), die was benoemd door secretaris-generaal Annan, in een rapport in december geen knoop doorhakte. De commissie presenteerde een A- en B-model. In een vervolgrapport maakte Annan zelf echter ook geen keus uit de twee opties, maar zette hij de brievenbus juist open voor meer ideeën.
Het voorstel dat het meeste kans lijkt te hebben, is de gezamenlijke kandidatuur van Duitsland, Brazilië, India en Japan, om die landen, samen met nog twee andere lidstaten naar keuze, als nieuwe permanente leden te benoemen. Samen met nog vier niet-permanente leden komt de Veiligheidsraad volgens dit model -dat in de wandelgangen ”G-4” heet- op 25 uit.
Tijdens zijn toespraak maakte Bot gisteren enkele kanttekeningen bij dat voorstel. „Wij willen graag een effectieve raad”, aldus de minister. „Om die reden keren we ons sterk tegen de uitbreiding van het vetorecht.”
Als andere Nederlandse voorwaarden voor de uitbreiding noemde Bot de „representativiteit en legitimiteit” en de vraag of kandidaat-lidstaten voor de Veiligheidsraad voldoende bijdragen aan bijvoorbeeld vredesoperaties.
Na afloop van zijn toespraak zei Bot er rekening mee te houden dat er tijdens de top in september geen besluit valt. Toch gaf hij ”G-4” de meeste kans. „Als er iets gebeurt, gaat het deze kant uit.”
Een van Bots ambtenaren, Karel van Kesteren, noemde later gisteren een hervorming van de Veiligheidsraad „absoluut noodzakelijk.” „Als er in september geen besluit over komt, heeft dat een heel negatief effect op de hele VN”, aldus de directeur Verenigde Naties op het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Zonder een beslissing zal zelfs de hele top mislukken, aldus Van Kesteren op de conferentie. „De lidstaten die zich als kandidaten beschouwen, zullen dan ook allerlei besluiten op andere terreinen proberen te blokkeren.”
De vier G-4-landen die zichzelf als kandidaat presenteren, zijn achter de schermen zeer druk bezig bij andere VN-lidstaten steun te verwerven. Voor de benodigde tweederde meerheid is de steun van ten minste 129 landen nodig, inclusief de 5 permanente lidstaten. Waarnemers schatten de lidstaten die voor dit voorstel zijn op dit moment op ruim 100. Maar voor zo’n belangrijke beslissing heeft men liever een wereldwijde overeenstemming.
Die consensus lijkt nog heel ver weg, zei Van Kesteren. „China wil niet dat Japan erbij komt. En de Amerikanen willen slechts twee extra permanente leden en twee niet-permanente. Om nog maar te zwijgen over de vraag welk land Afrika moet vertegenwoordigen.”
Nederland probeert wel wat smeermiddel in de besluitvorming aan te brengen, aldus Van Kesteren. „Wij pleiten voor een clausule voor een herziening na tien of twaalf jaar. We moeten niet de fout maken om net als bij de oprichting van de VN in 1945 de hele zaak te bevriezen. Bovendien geeft het een kans Duitsland te vervangen door de gezamenlijke zetel voor de Europese Unie.”