Euronext zet toezichthouderspet af
Het beursbedrijf Euronext neemt dezer maanden afstand van zijn taken als toezichthouder. De uitbater van de beurs in Amsterdam heeft vrijdag het toezicht op prospectussen overgedaan aan de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
In de herfst zal de beurswaakhond zich ook ontfermen over de controle van koersgevoelige informatie. Daarmee zet de beurs in Amsterdam na pakweg 130 jaar een punt achter de zelfregulering.
Euronext is niet rouwig om het afscheid. „Het was soms lastig manoeuvreren met twee petten op”, aldus Guus Warringa, hoofd juridische zaken bij de beurs. „Een toezichthoudende taak is leuk, maar het kan een moeizame relatie opleveren met de aard van het bedrijf.”
De taak als toezichthouder voor de beurshandel bracht de Amsterdamse beurs in een merkwaardige positie. Enerzijds buit Euronext de handel commercieel uit en anderszijds moest het bedrijf als een rechter de gang van zaken op de handelsvloer controleren. Warringa: „Wij zijn natuurlijk een commercieel bedrijf. Door deze stap normaliseren we de verhoudingen.”
Met de overgang van het takenpakket naar de toezichthouder AFM zet Euronext ook het Fondsenreglement grotendeels overboord. Sinds gisteren waakt de beurs nog enkel over het befaamde artikel 28H, dat voorschrijft dat koersgevoelige informatie direct moet worden gepubliceerd. Zodra de AFM in oktober de controle van marktmisbruik op zich neemt, vervalt voor Euronext ook deze taak.
Door deze aanpassingen komt eveneens het einde in zicht voor de commissie-Herkströter. Een commissie onder aanvoering van voormalig Shell-topman C. Herkströter adviseert de beurs of bedrijven die het handelsreglement overtreden op de vingers moeten worden getikt. Vanaf oktober zal de commissie nog uitsluitend de lopende onderzoeken afhandelen. Nieuwe verdenkingen van overtredingen worden dan door de beurswaakhond aangepakt.
De verschuivingen rondom de beurs zijn het gevolg van regels van de Europese Commissie. Die wil dat de beurzen in Europa zich aan dezelfde spelregels houden. Voor Euronext betekent dit dat toetredingsregels voor beurskandidaten simpeler worden.
Zo vervalt het criterium voor de winstgevendheid van een bedrijf dat naar de beurs wil. Ook de ondergrens die Euronext tot nu toe aan het eigen vermogen van een beurskandidaat stelde, verdwijnt. Wel blijft het strafbankje bestaan. Hierin belanden beursgenoteerde bedrijven die een negatief eigen vermogen hebben, ofwel meer schulden dan bezittingen.
Euronext hoopt dat de vereenvoudiging van de regels nieuwe bedrijven naar de beurs trekt. „Als je de deur verder openzet, kunnen er ook meer bedrijven binnenkomen”, aldus Warringa. Daar staat tegenover dat bedrijven straks makkelijker een notering kunnen krijgen in een ander Europees land. Op de vraag welke Europese beurzen daarvan zal profiteren, durft Euronext nog geen uitspraak te doen.