De premier wilde niet gedetailleerd ingaan op de gemaakte afspraken, maar liet wel doorschemeren dat Nederland een pragmatische koers wil varen. Tot voor kort was de Nederlandse lijn dat het mes moest in de Europese landbouwuitgaven, zo’n 40 procent van de totale EU-begroting. Minister Veerman was daar als enige erg op tegen, maar ook hij lijkt water bij de wijn te doen.

In een eerste versie van een notitie van zijn hand stond nog dat verlaging van de landbouwplafonds „onhaalbaar en onwenselijk” zou zijn. Gisteren lekte een latere versie uit, waarin die woorden zijn geschrapt. Volgens bronnen zal Veerman in de brief die komende week naar de Kamer gaat „suggesties en kanttekeningen” van collega’s meenemen.

De nieuwe versie van de notitie van Veerman lijkt nu de basis te vormen van het compromis binnen het kabinet. De CDA-bewindsman stelt een systeem voor waarbij de lidstaten een kwart van de landbouwuitgaven uit eigen zak betalen. Voor Nederland zou dat een voordeel van 170 miljoen euro opleveren.

De kans van slagen van een dergelijk voorstel in EU-verband lijkt twijfelachtig. Een soortgelijk voorstel van het Europees Parlement voor 15 procent, cofinanciering van de landbouwsteun, werd onlangs door de Europese leiders van tafel geveegd. Ingewijden verhullen niet dat vooral Frankrijk, maar ook Spanje en Griekenland als de grootste profiteurs van deze steun, zich zullen verzetten.

Balkenende noemde het een misverstand om het bedrag van 170 miljoen te vergelijken met de totale som van 1,5 miljard euro die Nederland uit Brussel terug wil hebben. „Dat is appels met peren vergelijken. De nettobetalingspositie van Nederland wordt gevormd door tal van andere factoren.” Nederland is de grootste nettobetaler in de EU. Het wil dat zijn bijdrage aan de EU fors wordt verlaagd.