Slechts een klein naambordje verraadt de aanwezigheid van Jungle Gym in Amsterdam. Toch behoort het bedrijf tot de grotere spelers op de Europese markt van speeltoestellen. „Wij zijn een voorbeeld van een netwerkorganisatie”, legt directeur P. Schmit uit. „Alles zelf doen, van productie tot verkoop, is niet meer van deze tijd.”

Schmit besteedt vrijwel alles uit. Een onderneming in China produceert, een bedrijf in Venlo zorgt voor opslag en distributie en agenten in 25 Europese landen proberen bouwmarkten over te halen om de producten in het schap te plaatsen. De acht werknemers van Jungle Gym ontwerpen nieuwe modellen en waken over merknaam en patenten. „Anders gaan Chinezen rechtstreeks op onze markt opereren.”

Schmit begon in 1985 als vertegenwoordiger voor hout- en plaatmateriaal. Zo kwam hij in contact met een Amerikaanse fabrikant die complete speeltoestellen als bouwpakket verkocht. Vervolgens kwam er een versie zonder het vereiste hout. De consument moest in dat geval zelf voor planken en palen zorgen. „Dat leek mij interessant. In de Verenigde Staten werken bouwmarkten echter met uniforme houtmaten. In Europa willen de verschillende ketens zich juist onderscheiden. Zo heeft de ene bouwmarkt een paaldikte van 9 bij 9 centimeter, terwijl een ander bijvoorbeeld ook 6,8 bij 6,8 centimeter aanbiedt.”

De directeur -zelf vader van twee zonen en één dochter- dacht lang na over een oplossing. Uiteindelijk leverde dit een gepatenteerde beugel op voor een schommel. Binnen bepaalde marges mag de paalvorm afwijken, de beugel overbrugt de verschillen. Of, in de woorden van Schmit: „Onze bevestigingsmaterialen zijn niet vormbesloten. De pakketten kunnen we overal verkopen.”

Jungle Gym liep nog tegen een ander probleem aan. „Amerikanen kennen slechts één taal. Een montagebeschrijving in het Engels volstaat. In Europa is dat onvoldoende.” Inmiddels zitten in iedere doos drie boekwerken: een beschrijving, de uitleg in plaatjes en de veiligheidsvoorschriften. Alles in 25 talen.

Jungle Gym boekt 80 procent van de omzet buiten Nederland. Verder houdt Schmit zich op de vlakte als het over de omvang van zijn onderneming gaat. „Uit concurrentieoverwegingen”, heet het. „In sommige buurten zie ik in vrijwel elke tuin ons product”, is het enige dat Schmit kwijt wil.

Bouwmarkten zoals Praxis, Gamma en Karwei en houthandels bieden sinds 1998 de producten van Jungle Gym aan. Torens met de namen Hut, Palace, Castle en Villa bieden uren speelplezier voor kinderen van drie tot tien jaar. Touwladders, diverse etages en uiteraard de afmetingen bepalen de verschillen in uitvoering. De begane grond is in alle gevallen gereserveerd voor de zandbak.

De prijzen voor de toestellen lopen uiteen. Een schommel kost 80 euro, exclusief hout. De palen en balken vragen een extra uitgave van pakweg 30 euro. De torens variëren in prijs van 225 tot 600 euro, ditmaal inclusief hout en een plastic glijbaan. In de loop van de tijd zijn de dozen steeds beter gevuld. „We strooien kwistig met handgrepen en afdekdoppen. Verder stoppen we ook een gronddoek en een kattennet in de doos.”

Het bouwpakket zorgt er wel voor dat papa aan het werk moet. De zak met bouten en moeren en alle losse onderdelen drijven een vader met twee linkerhanden al snel tot wanhoop. Een schommel kan in een halfuur staan, maar voor een speeltoren moet een klusser al snel 8 uur uittrekken.

Als vader vervolgens uitgeput op de bank zit, heeft Jungle Gym nog een verrassing in petto. „Moeder schudt de doos nog een keer uit en vindt dan uitnodigingskaartjes voor een kinderfeestje. Als diezelfde vader dan een aantal dagen later alle kinderen wegbrengt na een middag spelen in zijn tuin, vertelt hij tegen andere ouders enthousiast over Jungle Gym. Al het klusleed is dan vergeten, papa is de held van alle kinderen. En hij heeft zijn vaderdaggereedschap ook eens gebruikt.”

Ondanks alle bijzondere speeltoestellen, blijft de zandbak met afstand nummer één op het verlanglijstje van kinderen. De schommel staat op twee en pas dan volgt de glijbaan. „Ouders denken dat kinderen een glijbaan het leukst vinden. Laat die kleintjes maar gewoon spelen met zand en water. Succes verzekerd.”