McNerney werkte eerder als topman bij het Amerikaanse conglomeraat 3M. Hij stond daar sinds 2001 aan het hoofd. Daarvoor werkte hij achttien jaar bij het industriële conglomeraat General Electric (GE). Sinds 1997 leidde hij de vliegtuigmotorendivisie van GE.

De keuze voor McNerney was niet voor de hand liggend. Kenners dachten dat Boeing eerder voor oude getrouwen als Alan Mulally of James Albaugh zou kiezen. Boeing sloeg hen echter over, met het argument dat een buitenstaander meer kans heeft de beschadigde reputatie van Boeing te herstellen.

Die heeft namelijk flink wat te lijden gehad de laatste jaren. In 2003 werd Boeing in ernstige verlegenheid gebracht toen bleek dat medewerkers van de vliegtuigbouwer duizenden documenten met gevoelige bedrijfsinformatie hadden gestolen van concurrent Lockheed Martin. Als straf mocht Boeing twee jaar lang niet meebieden op lucratieve opdrachten van de Amerikaanse luchtmacht.

In maart 2005 was er het smadelijke vertrek van topman Harry Stonecipher na een affaire met een vrouwelijke collega. Hij was juist speciaal aangesteld om de reputatie van Boeing te herstellen. Zijn voorganger Phil Condit moest in december 2003 namelijk aftreden wegens het spionageschandaal.

Aan McNerney de taak om de naam van Boeing weer in ere te herstellen. Ook moet hij de strijd aangaan met de Europese vliegtuigbouwer Airbus, die onlangs met Gustav Humbert eveneens een nieuwe topman heeft benoemd. Airbus heeft de laatste jaren veel marktaandeel van Boeing weten weg te snoepen. Met de nieuwe zuinige 787–Dreamliner hoopt Boeing een inhaalslag te kunnen maken op de Europeanen.

McNerney is de derde topman van Boeing in anderhalf jaar. Hij zat sinds 2001 in het bestuur van de vliegtuigbouwer. Naast de benoeming tot topman (CEO) is McNerney ook tot president benoemd. De benoeming gaat in per 1 juli. Interim–topman James Bell neemt weer zijn oude functie als financieel–directeur op.