„Met defilé en de prins in uniform”
De openlijke spijtbetuiging van de regering over de behandeling van de Indië-veteranen in de jaren vijftig is woensdag, op de eerste Veteranendag, in goede aarde gevallen. Kritiek is er ook. „Volgend jaar met defilé en de prins in uniform.”
Het Binnenhof in Den Haag is deze woensdag hermetisch afgesloten. Bij alle ingangen staan detectiepoortjes en mannen met zwarte zonnebrillen.
Op het plein drie tribunes met genodigden. Een van de torentjes van de Ridderzaal is ingepakt in rood-wit-blauw doek. Militairen die straks een medaille krijgen staan strak in het gelid.
Dit is de eerste Nederlandse Veteranendag. Het gewone publiek ziet er niets van, behalve dan de 36 vliegtuigen en helikopters die straks overkomen. Een jonge vrouw met twee kinderen probeert achter een dranghek door een poortje naar binnen te gluren. „Je ziet helemaal niks”, zegt ze. Dan maar een ijsje.
De Veteranendag is een jarenlange wens van de politiek. Om een „eerbetoon” te brengen aan de ruim 150.000 Nederlandse veteranen, oud-militairen die ooit actief zijn geweest in het buitenland, variërend van de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië tot recente operaties in Afghanistan of Irak.
De dag is gezet op 29 juni, de verjaardag van de vorig jaar overleden prins Bernhard. Hij heeft zich altijd ingezet voor meer erkenning en respect voor de veteranen. Aardig detail: 29 juni is ook de verjaardag van SGP-fractievoorzitter Van der Vlies, veteraan onder de kamerleden.
Prins Bernhard, de veteraan der veteranen wordt door de oud-militairen op handen gedragen. „We missen ’m”, zegt J. Onderwater (79) uit Den Dolder. Op zijn blauwe colbert prijkt een button met de foto van de prins. „Hij was een schuinsmarcheerder, maar we hebben respect voor hem.”
Dat er voor de jonge generatie veteranen een dag als deze moet zijn, wil Onderwater best aannemen. „Ons zagen ze destijds niet staan. Ik ben zelf voorzitter van een reüniecommissie van mijn compagnie die in Indië zat. De eerste twintig reünies moesten wel zelf organiseren. Smeerden mijn kinderen broodjes. Nu krijgen we van Defensie 11 euro per persoon. En vrij vervoer.”
Als Onderwater moet kiezen tussen de Veteranendag en het defilé op 5 mei in Wageningen, wordt het Wageningen. „Dat is traditie en heeft veel meer sfeer. Al die duizenden mensen die daar de veteranen toejuichen, prachtig.”
Tijdens een ceremonie in de Ridderzaal betuigt vice-premier Zalm namens de regering spijt over de behandeling van Indië-veteranen in de jaren vijftig. De oud-strijders werden bij terugkomst in Nederland miskend en door de overheid in de steek gelaten. „Dat is betreurenswaardig. Deze veteranen hebben veelal de pijn op eigen kracht moeten verwerken.”
Volgens Zalm is de aandacht van de overheid voor veel veteranen „laat op gang” gekomen. Vooral Indië-veteranen ontbrak het aan tijdige nazorg. „Zij deden hun plicht, maar vonden bij terugkeer geen erkenning, respect en waardering voor de daden die zij in opdracht van Nederland hebben uitgevoerd.”
Voordat het 29 juni werd, lag de dag al onder vuur. Veteranenorganisaties voelden zich misdeeld omdat het een „feestje voor bobo’s” zou zijn. Bovendien is er geen defilé. Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie zal er persoonlijk voor zorgen dat het volgend jaar anders gaat.
Premier Balkenende is tot teleurstelling van sommige veteranen niet aanwezig. Hij geeft de voorkeur aan de ontvangst van een Duitse deelstaatpremier.
Wat ook steekt, is het feit dat prins Willem-Alexander niet in uniform op het Binnenhof verschijnt. Hij heeft keus genoeg. De kersverse vader van Alexia is generaal bij landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst vervult de kroonprins vanmiddag geen militaire functie, maar is hij zuiver en alleen als Prins van Oranje aanwezig.
Bij de medaille-uitreiking op het Binnenhof is er voor drie militairen een bijzonder lintje. De twee mitrailleurschutters J. Kloek (19) en E. Jongbloed (20) krijgen het Kruis van Verdienste. Ze toonden zich op 17 mei 2004 in het zuiden van Irak „bijzonder dapper” toen hun eenheid onverwachts massaal onder vuur werd genomen. Kloek en Jongbloed zochten toen geen dekking maar vuurden met gevaar voor eigen leven meteen terug.
Sinds 1941, het jaar waarin deze onderscheiding werd ingesteld, hebben 2083 mensen het Kruis van Verdienste ontvangen. De laatste keer dat deze onderscheiding werd uitgereikt was in 1963, naar aanleiding van inzet in Nieuw-Guinea.
De derde unieke onderscheiding is voor oud-militair C. Laarhoven, die aan zijn uitzending in 1981 naar Libanon een psychisch trauma overhield. Het is voor het eerst dat voor psychische schade het draaginsigne gewonden is uitgereikt.
Robin Huijgen (28) uit Wageningen is tevreden met de opzet van Veteranendag. „Dat het hier op het Binnenhof is, maakt het wel heel speciaal.” Huijgen zat als militair in voormalig Joegoslavië. „Een periode om trots op te zijn.” Veteraan voelt hij zich niet. „De echte veteranen zijn mensen uit de Tweede Wereldoorlog. Het eerbetoon aan hen moet blijven.”