Amerikaanse computerbril voorkomt verdwalen
Na de dodelijke overval op een Amerikaanse eenheid in het Somalische Mogadishu in 1993 heeft het Pentagon wetenschappers de opdracht gegeven een draagbaar computersysteem te maken dat extra informatie geeft over de omgeving. Het systeem moet voorkomen dat militairen verdwalen, zoals in Mogadishu was gebeurd.
De eerste laboratoriumversies van het systeem zijn inmiddels in gebruik genomen en blijken ook brandweerlieden, bouwvakkers en andere burgers voordelen te bieden. Door een speciale bril ziet de gebruiker van het systeem extra informatie over de omgeving zoals namen van straten en gebouwen of de locatie van andere objecten verderop of onder de grond.
Civiele versies van het systeem zouden brandweermannen bijvoorbeeld de positie van brandkranen kunnen melden of de plaatsen waar chemicaliën of andere brandbare stoffen liggen opgeslagen. Agenten zouden via het systeem beelden kunnen doorkrijgen van overvliegende politiehelikopters en zo wegrennende daders een paar straten verder kunnen onderscheppen. Toeristen worden geïnformeerd over gebouwen en musea en kunnen attracties en restaurants in de buurt ’zien’, ook al liggen die achter het gebouw waar ze voor staan.
Momenteel bestaat de zogenaamde ”aangevulde realiteit” -een slimme combinatie van computers, het satellietnavigatiesysteem GPS en een apparaat dat de bewegingen van het hoofd van de drager volgt- alleen nog in laboratoria, maar de makers zeggen dat de vinding binnen tien jaar voor consumenten op de markt komt.
Het systeem bepaalt eerst de exacte positie van de gebruiker en geeft dan, afhankelijk van het programma dat op de draagbare computer draait, extra beelden zoals gegevens over gebouwen voor brandweerlieden, de positie van achteringangen van banken of winkels voor agenten of menukaarten voor toeristen.
Onderzoekers aan de New Yorkse Columbia University werken aan een project voor de onderzoeksafdeling van de Amerikaanse marine (ONR) dat uiteindelijk moet resulteren in een zeer klein en licht systeem waardoor mariniers beter in steden kunnen vechten en landingsboten ongeschonden door mijnenvelden en mist de kust kunnen bereiken.
Professor Steven Feiner werkt aan Columbia University aan de perfectionering van de beelden die de gebruikers te zien zullen krijgen. Zijn team heeft een ’computerrugzak’ gebouwd vol met antennes, laptops en batterijen, waarmee nu al een ’aangevulde tour’ kan worden gemaakt op de campus in Manhattan. Niet alleen de gebouwen met Griekse pilaren en door bomen omzoomde pleinen zijn te zien, maar de computer toont ook beelden van een Victoriaans gesticht dat daar voor de vestiging van de universiteit stond. Als je je hoofd draait, verschijnen de namen van de gebouwen.
In Singapore werkt men aan een vergelijkbaar defensiesysteem en in Groot-Brittannië ontwikkelen onderzoekers een systeem voor het ’zien’ van ondergrondse pijpleidingen en kabels. Andere projecten bezien hoe dergelijke systemen gebruikt kunnen worden in operatiekamers en bij de reparatie van vliegtuigmotoren.
„Zelfs met iets dat de helft van onze rugzak weegt kan nog niemand op pad gaan”, zegt Feiner over zijn experimentele model. „Het zien van dingen en daar extra informatie over krijgen is waar het om gaat.”
Na de overval in Mogadishu, die achttien Amerikaanse soldaten en honderden Somaliërs het leven kostte, kreeg de Amerikaanse marine de opdracht een slagveldsysteem voor aangevulde realiteit (BARS) te ontwikkelen. De actie om krijgsheer Mohammed Aideed te pakken eindigde in een nederlaag omdat diens strijders een hinderlaag hadden gelegd en de reddingseenheid van de Amerikanen de weg kwijt raakte in de stegen van Mogadishu.
Vechten in steden is bijzonder lastig omdat de vijand zich op verdiepingen en in kelders en riolen kan verschansen en pantserwagens en tanks in straten niet kunnen manoeuvreren, zodat de soldaten onbeschermd de strijd in moeten. Ook kunnen huizen van boobytraps zijn voorzien en obstakels op straten zijn neergezet.
In toekomstige gevechten zullen soldaten met het systeem informatie hebben over straatnamen en gebouwen en kunnen die gegevens worden aangevuld met „actieve informatie” van verkenners over vijandelijke sluipschutters en de positie van de eigen eenheden, aldus Lawrence Rosenblum, leider virtueel onderzoek van het marinelab in Washington. „Ineens is een soldaat betrokken bij wat er om hem heen gebeurt”, zei de wetenschapper. „Die informatie is nooit zo voor soldaten beschikbaar geweest. Ze zal hun betere kansen geven.”