Nederlandse scholieren vinden snel een baan
Nederlandse scholieren zeggen het onderwijs vaak voortijdig vaarwel, maar vinden wel vrij gemakkelijk een baan.
Dat blijkt uit een vergelijking door het Centraal Planbureau (CPB) van het Nederlandse onderwijs met dat in de Verenigde Staten en een aantal Europese landen.
Door het hoge aantal voortijdige schoolverlaters en de achterblijvende groei van het aantal hoger opgeleiden is vergeleken met andere rijke landen het opleidingsniveau in Nederland laag. Over de hele linie scoort het Nederlandse onderwijs en onderzoek echter niet slechter of beter in vergelijking met het buitenland.
Opmerkelijk daarbij is dat de Nederlandse onderwijsuitgaven als percentage van het bruto binnenlands product het laagst zijn van de landen waarmee wordt vergeleken. Zowel de uitgaven door de staat als die door leerlingen en hun ouders in Nederland zijn laag.
In 2002 had 92 procent van de middelbaar en hoger opgeleide jongeren van 20 tot en met 24 jaar die geen onderwijs meer volgen, een baan. Bij de lager opgeleide jongeren is dit 80 procent.
Het Centraal Planbureau geeft geen verklaring voor de goede score van Nederlandse schoolverlaters op de arbeidsmarkt, ook van scholieren die geen goede diploma’s hebben. Afgezien van scholieren die voortijdig door bedrijven uit de schoolbankjes worden geplukt, zijn leerlingen die voortijdige de school verlaten in de ogen van beleidsmakers juist een oorzaak voor jeugdwerkloosheid.
Nederlandse leerlingen scoren al vele jaren hoog op internationaal vergelijkbare toetsen, soms als beste, maar altijd in de topdrie. Hoe dat kan, terwijl ondertussen het aandeel hoogopgeleiden achterblijft (een stijging in elf jaar van 20 naar 24 procent; in de andere onderzochte landen van 21 naar 30 procent), vraagt nader onderzoek.
Het CPB nam ook het onderzoek onder de loep. De Nederlandse industrie komt met betrekkelijk veel nieuwe vindingen, terwijl hun uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling juist achterblijven.
Nederlandse wetenschappelijk onderzoekers publiceren relatief veel en worden ook relatief vaak geciteerd. Wel zijn de kosten per wetenschappelijke publicatie relatief hoog.